zondag 7 oktober 2018

Montaigne 6


I.5. Of de commandant van een belegerde plaats naar buiten moet komen om te onderhandelen

De militaire ethiek van weleer klinkt ons uiterst archaïsch in de oren: er kon niet van een echte overwinning worden gesproken als deze werd behaald door toepassing van achterbakse strategieën, arglist of laffe tactiek. Bijvoorbeeld door onderhandelingsbereidheid te veinzen om op die manier de tijd te winnen die nodig is om de troepen op te stellen voor een beslissende aanval. ‘[V]olken die wij zo zelfvoldaan barbaren noemen’ hadden, aldus M, de gewoonte om het tijdstip van geplande aanval aan te kondigen, alsook ‘een uitvoerige opgave (…) van de middelen die men daarbij zal gebruiken’. Tegenwoordig, aldus M, zijn de krijgszeden al in die zin gedegenereerd dat een commandant van een belegerde plaats maar beter niet zijn vesting kan verlaten voor een onderhandeling. M zou raar opkijken van de huidige manier van oorlogsvoering.