zaterdag 13 oktober 2018

afscheid van mijn digitaal bestaan 88


voor deze rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen

28 maart 2006

ACHTURENDAG

Het zijn er om te beginnen officieel al geen acht maar hooguit zevenenhalf – maar daarover struikelen we niet. Trek daar nog eens al het socializen met de collega’s van af, de koffie- en kakpauze, de radeloze kwartieren die naar het verleden worden geholpen met clandestien mailen of bloggen of met het dromerig observeren van het gekwetter van de eksters in het voortuintje van het belendende verpakkingsmaterialenbedrijf. Door het patronaat gesubsidieerde ornithologie: kijk eens, hoe vrij die vogels zijn. Neen, de term achturendag wijst niet met mathematische precisie op een dag van acht uren werken. Maar goed, we kijken niet op een uurtje. Vijf achturendagen in de week maakt veertig uur. Zevenveertig weken per jaar maakt duizend achthonderd tachtig uur. Een gemiddelde ‘carrière’ van veertig jaar maakt vijfenzeventigduizend tweehonderd uur. En dan, ja dan is er het pensioen… Hoe je het draait of keert, aan het woord achturendag kleeft iets ambetants. Hier is sprake van loondienst, van het inruilen van tijd en vrijheid voor geld. Wie zijn werk graag doet en daar zin in vindt, telt zijn uren al veel minder precies. Kunstenaars kennen geen achturendagen. Vrijwilligers en weldoeners in het zachte circuit ook niet. En zelfstandigen, die per uur voor eigen rekening werken, tellen alleen hun geld, niet de tijd die ze daarvoor veil hebben.