zondag 26 juli 2015

idiosyncratische synesthesieën 46-48



46

Wat stelt het voor, de meewarigheid die ik voel als ik twee identiek uitgedoste wandelaars, een al wat ouder man-vrouwkoppel, met resolute tred voor mij uit zie stappen: zelfde professionele stapschoeisel, zelfde witte sokken, zelfde korte broek en zelfde mauve T-shirt, ja ook hetzelfde zonnehoedje op het hoofd? En maar stappen want die hoofden kunnen nooit dezelfde zijn.


47

Kauwen zijn verstandig, zij behoeven geen signaal en huppen of vliegen bij gevaar altijd tijdig weg. Toch rinkelde de vrouw die op hetzelfde fietspad als tegenligger op mij af kwam gereden met haar fietsbel naar het koppel kauwen dat zich tussen ons in aan iets onbestemds te goed deed. Het koppel vloog op, maar dat had het zonder bel ook wel gedaan. Ik glimlachte. En die vrouw glimlachte terug op het ogenblik dat wij elkaar kruisten.


48

Ik had vergeten de twee rode paprika’s te wegen en snelde dus naar de groenteafdeling om dat euvel ongedaan te maken. Ondertussen hield de caissière, een jobstudente, de dingen die ik gekocht had een na een voor de scanner: een pizza, twee stukken kaas, een bokaal yoghurt, een portie vlees voor morgen, een afgeprijsde fles wijn. Toen ik terugkwam, met op het plastic zakje met de paprika’s het prijsetiket dat het weegtoestel mij had verstrekt, zag ik dat het meisje mijn aankopen al netjes in mijn boodschappentas had geschikt.