vrijdag 3 juli 2015

op verhaal 63



Solo 9

Onder de televisie, die in de zithoek een prominente plaats innam tegenover de relaxstoel waarin Céline haar talloze eenzame uren doorbracht en steeds vaker wegdommelde en waarschijnlijk ook regelmatig midden in de nacht wakker schrok, versuft en gedesoriënteerd, stond de rij videobanden die zij een decennium of twee geleden was beginnen te verzamelen. Toen was zij nog genoeg bij de pinken om een onderscheid te maken tussen wat ze wilde zien, plande te zullen zien, al gezien had en niet meer wilde het bekijken waard achtte. De nu al geruime tijd stof verzamelende magneetbanden hadden ruim hun dienst bewezen. Stevens moeder had een vernuftig systeem ontworpen om ze maximaal te laten renderen. Ze had een notaboekje gekocht, zo een dat wordt gebruikt om adressen en telefoonnummers te noteren van bekenden of anderszins belangrijke mensen, van mensen in elk geval van wie de coördinaten om een of andere, vaak ook louter pragmatische, reden het noteren waard zijn – en dat kan dan maar beter op een overzichtelijke manier gebeuren. In zo’n notaboekje, dat is algemeen bekend, speelt het alfabet als ordeningsprincipe een belangrijke rol: middels uitsparingen in de rechterrand van de rechterbladzijden en de daar gedrukte opeenvolgende letters waar je als het ware de vinger op kunt leggen, vindt de gebruiker meteen de plaats in het schrift waar hij de items heeft genoteerd die met die letter in verband kunnen worden gebracht en doorgaans kan dat ook omdat hun naam of titel die letter als initiaal heeft. Nu had Stevens moeder, die, zoals zoveel eenzame oude mensen, televisieverslaafd was en daarbij niet zo heel erg veel onderscheid maakte tussen rommel en regelrechte rotzooi, geen tijd om alles wat ze wilde bekijken meteen te bekijken – zeker ook omdat haar geliefkoosde programma’s vaak op dezelfde uren werd uitgezonden door concurrerende zenders die elkaar de loef wilden afsteken. Zij beleefde haar hoogtijdagen als tv-consument in de tijd van de videorecorder en God ja, die innovatie was voor haar een zegen gebleken! Dank u, Panasonic! Hoezeer zij ook voorbestemd was om later te verdwalen in de wereld van digitale gadgets en gebruiksonvriendelijke apparaten, een videorecorder programmeren kon zij als de beste. Zij schafte zich zesentwintig videocassettes aan, voor elke letter van het alfabet één, en daarop nam zij dan de programma’s op die zij niet meteen kon bekijken: Familie, Thuis, een Frans psychologisch drama of een documentaire over de Weense wals of een kunstschaatskampioenschap, en zij schreef in het gealfabetiseerde notaboek op de bladzijde waarvan de letter correspondeerde met de gebruikte videoband de titel van het programma bij. Zolang zij die laatste aflevering van Tatort of Zondag Josdag niet bekeken had, bleef de band die zij daarvoor had gebruikt van hergebruik uitgesloten. Als zij zin had om buiten de piekuren naar tv te kijken – wat zelden niet voorviel – dan had zij maar in het notaboek te kijken om een programma uit te kiezen. En als zij het dan bekeken had, schrapte zij de titel – waardoor meteen de desbetreffende band opnieuw beschikbaar werd. Steven vond het systeem ronduit ingenieus en introduceerde het dan ook in zijn eigen gezin. Later, toen alles voorbij was, zou hij tot de conclusie komen dat het videocassetteboekje van zijn moeder een van de belangrijkste invloeden kon worden genoemd die zij op hem na zijn achttiende had uitgeoefend.