zondag 26 juli 2015

los ingeslagen 250



Ligt het aan mij? Ik weet het niet maar als ik hier in Brugge maar eigenlijk overal elders waar er iets te zien is (maar waar niet of nauwelijks naar gekeken wordt) mensen voortdurend zichzelf zie fotograferen; als ik die verwende jongelui van overal ter wereld naar ‘Tomorrowland’ zie afzakken om daar vooral zichzelf te etaleren en zich in een collectieve roes onder te dompelen; als ik die beelden zie van l’Alpe d’Huez, die schaamteloze – nu ja, ik begin niet aan een beschrijving… – neen, dan denk ik niet dat het aan mij ligt of dat het aan een soort van somberheid te wijten is die mij soms wel eens parten speelt (dat geef ik grif toe) of aan een al te gemakkelijke nostalgie, maar dan durf ik toch wel eens te denken aan termen als ‘barbarij’ of ‘het einde van een beschaving’ of, in een Duitse bui (wat mij soms overkomt), ‘Die Untergang des Abendlandes’. En dan bekruipt mij niets minder dan een bijna tastbare aanvechting om daar eens met een mitraillette schoon schip te gaan maken en al die lui eens een dag of twee in een bejaardentehuis te laten meedraaien of achter een vuilniswagen te laten aanlopen. Om hun eigen rommel op te ruimen. Ik zeg maar iets. Het maakt me woedend, en eigenlijk ben ik ook kwaad natuurlijk op ‘de media’ die deze emocultuur, die niet lijkt te kunnen gedijen zonder een scherm tussen zichzelf en de werkelijkheid te plaatsen, die dit veralgemeende en blijkbaar vrij algemeen aanvaarde narcisme en deze volslagen stijlloosheid propageren en aanwakkeren.

Stijl? Ik versta onder stijl de manier waarop we onze eindigheid onder ogen zien.

Vuilniswagen? Ik zag in een Journaal van een paar dagen geleden een reportage over de schoonmaak ’s ochtends vroeg, na een nachtje feesten in de Gentse binnenstad. Dat was een zeer sprekende reportage.

Bejaardentehuis? Ik zag vorige week een bijzonder mooie uitzending op de televisie. Jeroen Meus was in ‘Goed volk’ te gast in een bejaardentehuis. Het eten in de gaarkeuken vormde niet meer dan de kapstok want eigenlijk draaide het om de mensen. Zwakke, zieke, zorgbehoevende maar nooit zielige mensen. Zelfs de meest wanhopige man, een nog maar 72-jarige Zuid-Afrikaan of Rhodesiaan die door een speling van het lot in België was terechtgekomen en daar niet meer was weggeraakt, en die nu – hoewel hij uitdrukkelijk zegde dat hij liever dood zou zijn – zijn geest levendig probeerde te houden met boekhoudkundige bewerkingen, zelfs die man werd in zijn waardigheid getoond en daar kwamen geen selfies aan te pas, geen extatische klankclimaxen, geen gespuug naar renners of exhibitionisme in Borat-string.

Kijk, als ik over een beheersovereenkomst met de VRT zou moeten onderhandelen, dan zou ik – zeer conservatief en paternalistisch, ik weet het – toch, al was het in een voetnoot of een technische fiche, een verwijzing inlassen naar wat we ooit volksopvoeding noemden, naar een ethische code, naar waarden voor mijn part. Ik zou hoongelach over mij heen krijgen en woorden als betutteling en niet van deze tijd en wat weet ik al niet. En het enige wat ik daartegen zou kunnen inbrengen, is dat ik mij steeds vaker schaam in deze tijd te moeten leven.