17 november 2001
Optreden van Koen De Cauter en groep in C.C. Den Dijk op Sint-Pieters.
Het plezier van samen te musiceren en, alsof het niets was, en passant nog een zaal gevuld met
individuen te inspireren en veel van die individuen afzonderlijk eventjes uit zijn
of haar fundamentele eenzaamheid te bevrijden… De interpretaties van liedjes
die bekend zijn van onder meer Sydney Bechet, Georges Brassens en Ella
Fitzgerald & The Inkspots (‘Into each life, some rain
must fall; but too much is falling in mine…’) blijven mij bij. Ook De
Cauters versie van Johnny
Guitar, waarin de accordeon en de contrabas wondermooi samenklonken, was bijzonder
ontroerend. En het duet over de man (monsieur)
en (madame) die elkaar na lange tijd
terugzien: ze hebben elkaar ooit graag gezien, maar ils ne s’aiment plus en hun liefde is omgeslagen in tendresse… Melancholie, bij uitstek –
zoals in dat nieuwe liedje van dEUS, ‘Nothing Really Ends’ –
aanwezig in de onmogelijke terugkeer naar een naïeve vriendschap voor twee
mensen die elkaar graag hebben gezien en elkaar toch niet uit het oog willen
verliezen. Weemoed…