wolkenfragmenten
uit Jozef Deleu, Brieven naar de overkant
1488
En als ik nog eens het kind ben dat ik
vroeger was, dan loop ik met haar door de velden, wij springen dan hoog tegen
de wolken op en rollen in het gras. (23)
1489
De maan was achter een wolk
verdwenen en ik hoorde in de verte achter mij het ongedurig bassen van de
kettinghond. (48-49)