maandag 15 juni 2015

driekleur 189



(…) om nog een paar uur in totale verdoving door het grote venster naar buiten te staren, over het zwarte water naar de kade en de haven met bootjes, de hoge populieren en een daarnaast gelegen autospuiterij met diverse rolluiken, die kort daarvoor was gesloten vanwege het gebrek aan de juiste vergunningen en papieren voor het aantal illegale werknemers die meestal in de avonduren klusjes moesten klaren als er zich weer eens iemand meldde met een auto die aanvankelijk wit maar de volgende ochtend knalrood of kanariegeel de garage uit werd gereden, wat tekenend was voor de louche buurt waarin ik toen woonde (…)

Rutger Pontzen, Nu ik, 263-264