Marc Tiefenthal heeft een volgens hem waardevol boek van Etienne van
Heerden, ‘afgevoerd’ uit een bibliotheek, in de kringloop aangetroffen.
Ik heb deze praktijk van het
afvoeren van waardevolle boeken al herhaaldelijk aangekaart in mijn bibliotheek
(Brugge). Het antwoord is telkens: 'wegens plaatsgebrek moeten wij boeken
afvoeren' (concreet: voor een habbekrats verpatsen tijdens een openbare verkoop,
of meteen dumpen in het kringloopcircuit - het gevolg is natuurlijk dat deze
boeken niet meer te leen zijn in de bibliotheek, en dus dat die bibliotheek
niet meer 'volledig' is). Als ik dan vraag wat het criterium is om een
onderscheid te maken tussen boeken die moeten afgevoerd worden en boeken die
nog mogen blijven, dan is het antwoord: 'gedurende een bepaalde periode niet
uitgeleend'. Die bepaalde periode kan dan bijvoorbeeld zijn: 'één jaar'. Onze
bibliotheken houden zich met andere woorden totaal niet bezig met literaire
waarde of cultureel erfgoed (niet te kwantificeren); zij hanteren wat je een
'kijkcijferlogica' zou kunnen noemen. Dat dit bijdraagt tot vervlakking, en dus
diametraal tegenover de ware missie van een openbare bibliotheek staat, of wat
die ware missie zou moeten zijn, is zonder meer duidelijk. Het is een
jammerlijke gang van zaken maar het is niet anders.
Iemand van mijn leesclub
heeft ooit gevraagd om de stempel 'afgevoerd', die dan in die boeken wordt
aangebracht, dan toch minstens, vanwege de Holocaustconnotatie, te vervangen
door 'uitgelezen'. Men heeft haar verzoek ingewilligd.