Dag Bernard,
Ik wist wel dat ik je ooit nog ergens eens zou tegenkomen, maar had toch nooit
kunnen voorspellen dat dit naar aanleiding van een door de woestijn kruipend
mannetje zou gebeuren.
Ik vrees dat ik je niet kan helpen. Het voorbeeld voor de herinnering die
ik daar
beschreef, zat volledig in mijn hoofd. Ik besef nu zelfs dat ik als kind die
tekeningen in de krant helemaal niet leuk vond. Of ze toch niet naar waarde
wist te schatten. Ik keek er naar uit, dat wel, maar ik vond ze niet leuk: raar
hé?
Ik vrees dat Alidor volledig uit het publiek domein verdwenen is.
Misschien moet je je licht opsteken bij specialisten? Ik denk aan stripzaken,
het stripmuseum, stripfanaten. Of misschien kan Karl van den Broeck je helpen?
Die zit ook op Facebook en heeft tentakels in de stripwereld.
Ik moet je dus teleurstellen.
Op je uiting van hoop dat het goed met me gaat, kan ik melden dat ik op
mijn manier door een woestijn ben gekropen. Maar dan wel een die, godzijdank,
zeer gul bezaaid was met oases – dus zo erg als voor het Alidor-mannetje is het
nooit geworden. Laat ons zeggen dat ik me hier en daar heb bezeerd aan een
scherpe steen.
En met jou? Ik weet dat je een succesrijk kunstbeschouwer en een geliefd
columnist bent, en ook een dichter natuurlijk, maar in het échte leven? Of is dat jouw echte leven?
Het doet me plezier dat je mijn blog kent.
Hartelijke groet,