Wat is de diepe, diepe drijfveer achter het
vertellen van verhalen? Steven overwoog dat het iets met de relaties tussen de
generaties te maken had. Met het doorgeven van identiteit. Hij had zich pas op
de begrafenis van zijn vader – een treurige bedoening – gerealiseerd hoe weinig
er langs die familielijn was overgeleverd. Steven bewaarde herinneringen aan
zijn vader uit de tijd dat hij, zijn vader, zijn gezin nog niet verlaten had,
maar die herinneringen vertelden nauwelijks iets over de man die zijn vader was
geweest en al helemaal niets van de tijd toen hij, zijn vader, nog geen vader
was geworden. Dit handvol anekdotes liet zich vaak enkel in vage bewoordingen
vertellen, te meer omdat deze gebeurtenissen, of de omstandigheden waarin ze
hadden plaatsgevonden, meestal onprettig waren. Bovendien waren de gelegenheden
waarop deze herinneringen zouden kunnen worden opgehaald, mocht iemand daartoe
al de behoefte voelen, in de loop der jaren buitengewoon schaars geworden.
Tussen Stevens heden en zijn familale verleden gaapte een diepe kloof, en als
zijn verleden al iets tot zijn identiteit bijdroeg, dan vooral op een negatieve
wijze: meer vanuit die kloof, die een afwezigheid vertegenwoordigde, een gemis,
dan vanuit de veronderstelde ongereptheid aan gene zijde ervan: dat duister
geworden en voor immer onophelderbare verleden waaruit hij, per slot van
rekening, toch ook zelf was voortgekomen.
Vanuit dit besef, en ook al omdat hij
inmiddels zelf vader geworden was en derhalve kinderen had aan wie hij iets
door te geven wilde hebben, had Steven zich voorgenomen om zijn moeder te
interviewen. Nu het nog kon, lang moest hij daarmee echt niet meer wachten.
En dus nam hij de eerstvolgende keer dat hij
in haar muffe woonst bij haar op bezoek kwam een notaboekje en een balpen mee.
Op die manier koppelde hij zijn altijd onaangename, maar onomzeilbare bezoekplicht
aan iets nuttigs en creatiefs, overwoog hij nog. Hij zou haar vragen om
herinneringen aan haar jeugd op te halen, en hij zou deze herinneringen in
enkele trefwoorden proberen bij te houden. Hij zou, terug thuis, deze summiere
notities uitwerken tot korte verhalen, die hij dan met zijn broer en zus en al
wie het wenste zou delen.
Op die manier zou hij zijn moeder, die aan het
wegdeemsteren was, wat beter in de werkelijkheid verankeren. Dat was een
vreemde gedachte, vond Steven zelf. Hij zou haar leven oprekken, reëler maken,
levendiger ook. En tegelijk zou hij misschien meer over zichzelf aan de weet
komen.
Wat wist hij eigenlijk van zijn moeders kindertijd? Zij had hem daar
bitter weinig over verteld. Hij had er ook nooit naar gevraagd.
Steven had niet verwacht dat zijn moeder zo
vlot haar medewerking zou verlenen aan zijn plan. Hij kreeg zelfs de indruk dat
ze blij was met zijn plotse belangstelling, dat ze er op had gewacht. Zij ging
met plezier tot zeventig jaar terug en vroeg niet eens wat hij met zijn
notities beoogde. Het deed haar goed om herinneringen op te halen aan een tijd
die, mocht hij niet meer zijn opgeboord, zo overwoog Steven, onherroepelijk
samen met haar zou worden begraven. Wanneer? Tja, dat zou denkelijk niet zo
heel veel jaren meer duren.
Een enkele keer maakte zij allusie op haar
nabije dood, en dat zij nu het nog kon haar verhalen moest vertellen, maar zij
scheen het niet erg te vinden. De vreugde om de aandacht die haar jongste zoon
voor haar opbracht, woog kennelijk zwaarder door dan het akelig vernauwende
perspectief waarin zij, een oud en eenzaam geworden vrouw van 78 jaar, na een
hard en triest maar af en toe toch ook eens mooi leven amechtig naar adem
snakte.
Steven luisterde en tekende op en werkte uit. Hij
hielp zijn moeder bij het vinden van namen, leidde haar weg van bijkomstigheden,
onderbrak haar voorzichtig wanneer zij in herhaling dreigde te vallen.
Het leverde
interessante verhalen op. Mooie ook. Sommige herkende hij – blijkbaar had zijn
moeder er dan toch, ooit eens, over verteld en waren ze in de loop der jaren
uit zijn geheugen verdwenen, om nu met een markant detail te blijven haken zodat
het hele verhaal zich al na enkele woorden sneller voor zijn geestesoog
ontplooide dan zijn moeder het vertellen kon. Na een drietal sessies begon Steven
te merken dat het vertellen zijn moeder snel uitputte. Dat ze al eens aan
eenzelfde anekdote begon. Alles bij elkaar bleek het verhalenarsenaal waarover
zij beschikte bedroevend – en schrikbarend – onomvangrijk. Steven besefte dat
hij inderdaad niet veel langer had mogen wachten met zijn initiatief. Ja, het
was eigenlijk al te laat.