dinsdag 2 december 2014

driekleur 165



Zijn witte, randloze hoge hoed van gesteven linnen, die tegelijk voor tulband, slaapmuts of voering van een koningskroon zou kunnen doorgaan, accentueert het bruinachtige rood van zijn wangen, het metalig glanzende zwart van zijn dikke, borstelige wenkbrauwen en het gouden bruin van zijn kleine en pientere oogjes, die speels heen en weer schieten boven zachte en weldadige vetkussentjes, die de koks in de gaten houden, de ketels controleren en de bewegingen van de lange lepels volgen.

Joseph Roth, Hotelmens, 50