wolkenfragmenten
uit Gustave Flaubert, Madame Bovary
1251
Maar hoe geef je uiting aan een vaag
gevoel van onvrede, dat even veranderlijk is als de wolken en wervelend
als de wind? (42)
1252
Je ziet daar ongelofelijk grote sparren,
dwars over de bergstromen heen, hutten die boven de afgronden hangen, en
duizend voet onder je, als het wolkendek breekt, hele valleien. (82)
1253
Zo, bleek van de kou, leek zijn gezicht
van een nog teerder verlangen te spreken; tussen zijn das en de hals van zijn
hemd, met het wat losse boord, schemerde zijn huid; een oorlelletje stak onder
een lok van zijn haar uit, en zijn grote blauwe ogen, die hij opsloeg naar de wolken,
schenen Emma stralend en klaar als bergmeren die de hemel spiegelen. (100)
1254
Madame Bovary had haar raam aan de
tuinkant opengezet en keek naar de wolken. (118)
1255
Even scheen het haar of hij aan de
overkant voor zijn raam stond; alles vloeide ineen, wolken trokken
voorbij (…) (143)
1256
Nu en dan, als er een zonnestraal door
een opening in de wolken viel, zagen zij in de verte de daken van
Yonville, de tuinen aan de waterkant, de hofjes, de muren en de kerktoren. (153)
1257
Als de wagen zich in beweging zet, zal
het net zijn of wij opstijgen in een ballon, alsof wij wegzweven naar de wolken.
(187)
1258
Dit was als de hemel, wanneer een
rukwind de wolken verdrijft. (226)
1259
Soms joeg een rukwind de wolken
naar de Sainte-Catherineheuvel, als torenhoge golven die geluidloos
uiteenspatten op een steile rotskust. (253)
1260
Aan de heldere hemel vlekten roze wolkjes
(…) (323)