zondag 14 december 2014

los ingeslagen 191



Polarisatie en beknotting van de vrijheid van meningsuiting gaan gelijk op.

Staken is: iets uitdrukken. Staken is taal. Het beknotten van het recht op staken, bijvoorbeeld door op voorhand aan te kondigen dat de staking van volgende maandag extra zal gecontroleerd worden, wat, zeker als deze aankondiging wordt gedaan door een minister van Binnenlandse Zaken die behoort tot een partij die er allerminst een geheim van maakt dat zij aan de zijde staat van de bedrijven die door de staking economische schade dreigen op te lopen, als een intimidatie dient te worden geïnterpreteerd – zo’n beknotting is, aangezien staken iets uitdrukken is, een vorm van censuur. In een gepolariseerde samenleving – en wij leven nu, sinds kort, door toedoen van alweer diezelfde partij, in zo’n samenleving (waarin we dus eigenlijk niet samenleven, maar goed) – in een gepolariseerde samenleving dus wordt censuur een probleem. Komt censuur opeens weer op de agenda te staan. En dan is het goed om daarover na te denken.

Censuur is het instrument dat de overheid in handen heeft om de polarisatie, die zij nodig heeft om te heersen, te vergroten. Een ander instrument is de repressieve tolerantie: de burger moet de indruk krijgen dat hij over alle vrijheid van meningsuiting beschikt. De sociale media spelen hier een belangrijke rol omdat ze, door de overvloedigheid van de gespuide meningen, een omgekeerd effect bewerkstelligen: ze satureren en verdoven meer dan dat ze instrueren en mobiliseren. À la limite dragen ze, paradoxaal genoeg, ook bij tot een beknotting van de meningsuiting – waardoor ze welbeschouwd niet iets anders doen dan de andere media, die ons dom en in het gareel houden van het consumentistische pretpark waarin we opgesloten zitten.

Niettemin heeft Facebook een zeer belangrijk voordeel. Het maakt de polarisatie zichtbaar. Je ziet hoe dag na dag de ‘kampen’ zich duidelijker aftekenen en hoe een transgressie van de muur tussen beide onmogelijk blijkt. Je herkent de namen van de ‘vrienden’ die in dit of het andere kamp zitten, ziet hoe ze zichzelf voortdurend herhalen en obstinaat aan hun mening vasthouden, en betrapt je er op hoe bevooroordeeld je op den duur bent bij het lezen van de berichten die ze wereldkundig maken. De polarisatie zit in jezelf, moet je bereid zijn toe te geven. Je bent vergiftigd.

Daarom is het goed dat sommigen af en toe – op Facebook of elders – een poging wagen om alsnog een overbrugging te wagen, om de gepolariseerde kampen nader tot elkaar te brengen en op die manier meer tegen de beknottende macht in te gaan dan elke verspreiding van ideeën vermag die binnen het eigen kamp blijft en daar op altijd dezelfde bevestiging (‘vind ik leuk’) stuit. Het is nooit moeilijk de eigen parochie te bekeren. Het komt er op aan te luisteren naar wat de ánderen te vertellen hebben. Alleen dan kun je hen misschien op andere gedachten brengen.

Zo wees Jeroen Olyslaegers er onlangs op dat je maar beter zeer spaarzaam omspringt met zware woorden zoals ‘fascist’. (Dirk Van Mieghem had mij daar al eens eerder op gewezen.)
Ook Kristof Calvo kaart een linkse gemeenplaats aan. Hij adviseert om niet al te vlug te denken dat alle ondernemers rechts zijn. Dat is een eenvoudig maar verfrissend appèl. Door te gemakkelijk een dergelijk cliché over te nemen en te reproduceren, draag je bij tot de onoverbrugbaarheid van de tegenstellingen.

Dit zijn vruchtbaardere ideeën dan steeds opnieuw de mantra van de tegenstelling af te draaien. Beter is het om te blijven zoeken naar mogelijkheden om de brug te slaan en het gesprek mogelijk te maken. Want dat zal er ooit moeten komen, willen we uit deze duivelse spiraal van polarisering geraken.