los ingeslagen 193
Son frère is de
verfilming door Patrice Chéreau (2003) van de gelijknamige roman (2001) van
Philippe Besson. Film en boek kruisen tijdens deze laatste dagen van het jaar
toevallig mijn pad. Ik begon eergisteren met de roman en ben er nog mee bezig,
gisteren bekeek ik de film. Niet echt de ideale chronologie, ik geef het toe,
maar het is daarom niet minder instructief. Ik ben alert voor hoe datgene wat
ik al las op mijn receptie van de beelden inwerkte, en omgekeerd zie ik hoe
sterk de beelden het vervolg van mijn lectuur beïnvloeden.
Son frère (boek
én film) brengt het verhaal van twee broers. Luc is getuige van de ziekte en
het sterven van Thomas. ’t Is een treurig ziekenhuisverhaal, dat vanwege zijn
voorspelbaarheid alleen maar overeind kan blijven door wat ernáást gebeurt: de
uitdieping van de karakters, de kwaliteit van de enscenering, de vertelstijl, de
filmische kwaliteit van de beelden. Geen gemakkelijke klus. Noch voor de
romancier, noch voor de regisseur.
De film heeft mij ontgoocheld.
Ik zei dat ik alert was voor de manier waarop de beelden
het vervolg van mijn lectuur hebben beïnvloed. Ik had, bij het verder lezen ná
het bekijken van de film, vooral oog voor de selectie die de regisseur heeft
gemaakt. Dat is op zich geen probleem want een filmscenario is onvermijdelijk
(veel) beknopter dan een roman. De woorden van een uitgeschreven verhaal hebben
het voordeel dat ze de situaties, en vooral de gevoelens, veel dieper kunnen
uitspitten. De beelden moeten het hebben van hun onmiddellijke zeggingskracht,
van de impact die het visuele nu eenmaal gemakkelijker maakt dan het verbale.
Maar. Sommige verhaalelementen van romancier Besson
worden door regisseur Chéreau achterwege gelaten op vervormd. Bijvoorbeeld de
geschiedenis van de zoutwinning op het Île de Ré, waar Besson nochtans tamelijk
uitvoerig op ingaat. Dat is evenwel een minder belangrijk item. Essentiëler, voor
zowel roman als film, is het thema van de erotiek. Wat doe je met je lichaam
als je wil troosten, of als je moet getroost worden? Wat betekent seks nog in
het leven van de broer die gezond blijft maar die moet toezien hoe het lichaam
van zijn broer teloorgaat? Philippe Besson raakt dit thema in zijn roman gevoelig
en subtiel aan. Terughoudend. Voorzichtig. Interessant aan zijn roman is dat er
veel aandacht en begrip is voor de omgeving van de zieke. Niet iedereen heeft
de morele en psychische kracht om op de juiste manier bijstand te verlenen.
Sommigen haken af. Kun je het hun kwalijk nemen? Besson is mild. Maar diegene die
wel, door de bloed- en broederband daartoe gedwongen, de zorg over de zieke op
zich neemt, heeft daarnaast ook een privéleven.
Luc, de broer van de zieke Thomas, is homoseksueel. Dat kan
wat mij betreft uiteraard perfect, maar ik heb moeite met de manier waarop dit gegeven
in de film wordt vertaald. Voor Besson, van wie ik de seksuele voorkeur niet
ken en ook niet hoef te kennen, is dit gegeven essentieel omdat hij de aard van
de broederband wil uitdiepen. Dat kan hij beter als de trooster in zijn privéleven
relaties aangaat die daar nauwer bij aanleunen. Chéreau echter gaat een stap
verder – dat wordt maar al te duidelijk als je het boek en de film met elkaar
vergelijkt.
En dan heb je het inderdaad over keuzes, vervormingen en
coupures.
Ik neem een concreet voorbeeld. In de roman vertelt
Besson hoe Thomas wordt klaargemaakt voor een operatie. Twee verpleegsters
scheren zijn oksel-, borst-, buik- en schaamhaar. Besson legt de nadruk op het
vernederende van deze interventie. In zijn boek zijn de verpleegsters niet
bepaald vriendelijk en zelfs niet zachtzinnig. Chéreau daarentegen grijpt de
scène aan om te esthetiseren. Om te erotiseren zelfs. Hij brengt de hele
scheerbeurt bijzonder fraai in beeld, zoomt vakkundig in op het mooie lichaam
van zijn hoofdrolspeler, ja, brengt hem zelfs als een echte Mantegna-Christus in
beeld: liggend op het bed, voeten op de voorgrond, met een flatterend
perspectief op tors, nek, kin en kop.
’t Is het verschil tussen een empathische benadering, met een kritische blik op het ziekenhuisbedrijf, en een homo-erotische benadering die mij nog op andere momenten in de film de haren ten berge heeft doen rijzen. In die mate zelfs dat ik eigenlijk wel nieuwsgierig ben naar de manier waarop Besson tegen de verfilming van zijn roman heeft aangekeken.