AUSPUTZER
De halve finale tussen Italië en West-Duitsland op het WK in Mexico in
1970 is een van mijn verste televisievoetbal-herinneringen. Ik was acht en
herinner me nu het bleke zwart-wit, een zinderende hitte, de korte schaduwen.
Het was een legendarische wedstrijd – toch heb ik nu wat opzoekingswerk nodig
om enkele feiten en cijfers te reconstrueren. Maar eerst dit: ik herinner me
zeer duidelijk, en heus niet enkel door beelden die ik veel later eens in een
of ander overzicht heb teruggezien, een Duitse verdediger die in ik weet niet meer
de hoeveelste verlenging de wedstrijd uitspeelt met zijn arm in een mitella. Die
held was de toen 24-jarige Franz Beckenbauer, geboren in 1945, laatste man van
de Manschaft, ofte de libero of, zoals dat in het Duits veel mooier klinkt, de Ausputzer. Centraal en voor de eigen verdediging,
vangt de laatste man de spits van de tegenpartij op, zet de buitenspelval uit en
dirigeert de wederopbouw die de eigen aanval moet inzetten.
De Duitsers verloren de match, die ze niettemin achteraf heel sportief
het Jahrhundertspiel zijn gaan noemen,
met 3-4. Schnellinger scoorde de gelijkmaker (1-1) in de voor Duitsland
gebruikelijke laatste minuut van de reglementaire speeltijd, die na de vroege
1-0 (Boninsegna) voor het grootste deel was ingevuld met het catenaccio genaamde resultaatgerichte antivoetbal van de Italianen. Ausgerechnet Schnellinger, riep de uitzinnige
Duitse verslaggever volgens Wikipedia bij de gelijkmaker: omdat deze back bij
AC Milan zijn boterham verdiende, en ook het beleg ertussen. In die tijd was
het nog niet gebruikelijk dat de beste spelers van een land in den vreemde
speelden. De verlengingen verliepen met wisselende kansen: 1-2 voor Duitsland,
daarna 2-2, 3-2 en 3-3.
Beckenbauer had al in de 65ste minuut zijn sleutelbeen gebroken
maar kon niet meer vervangen worden omdat alle wisselspelers al waren
opgebruikt. Uiteindelijk scoorde Gianni Rivera de winning goal voor Italië. Het
springerige gejuich na elk doelpunt in die knotsgekke verlengingen
contrasteerde met de traagheid en loomheid van de uitgedroogde spelers. Aan
drinkstops had toen nog niemand gedacht.
Franz Beckenbauer, die op latere leeftijd fysiek heel erg begon te
gelijken op mijn jeugdvriend Bart C., die ik inmiddels al lang uit het oog
verloren heb, startte na zijn voetbalcarrière een steile opgang in de gelederen
van de voetbalbobo’s en is nu iets hoogs en belangrijks bij Bayern München en in
de Fifa. Misschien moet er daar ook wel eens flink ausgeputzt worden, in die hogere regionen.
In korte broek onder een zenitale Mexicaanse zon of met bril en
maatpak op een tribune van een uitgeregende West-Europese voetbaltempel, der Kaiser bleef en blijft altijd zijn
waardige en efficiënte zelf.