werknotities
De terugkeer van de geschiedenis
De financiële crisis van 2008 leerde ons dat het systeem er
niet is voor de mens, maar de mens voor het systeem, en dat de kloof tussen
rijk en arm alleen maar groter zal worden. Daarmee is een eind gekomen aan de
mythe van het einde van de geschiedenis (Fukuyama), de mythe van een wereld
waarin enkel nog de marktideologie speelt en waarin het westerse kapitalisme in
een tweede kolonisatiegolf naar de verste uithoeken wordt geëxporteerd. Het
ecosysteem laat zijn grenzen kennen, arbeid wordt schaars en is in de meeste
gevallen al zinloos. Nooit eerder hadden we zoveel, maar we zijn niet gelukkig.
De toekomst lacht ons niet meer toe. Iedereen wil behouden wat hij heeft.
Dat,
en het besef nutteloos te zijn geworden, maakt dat we ‘in reactionaire tijden’
leven. De gelijkenissen met 1918 zijn treffend. Na de redding van de banken en
de niet-bestraffing van de verantwoordelijken voor de crisis van 2008, zijn we
ons vertrouwen kwijt ‘in de fundamentele rechtvaardigheid van een samenleving,
die eerlijke arbeid beloont en misdaad bestraft’. We moeten ons hoeden voor de
opkomst van nieuwe ‘verleidelijke visioenen’ en van een nieuwe ‘charlatan X of
oplichter Y’ die de macht grijpt. Alleen zal de nieuwe dictator geen beroep
meer doen op ‘het visuele vocabulaire van de jaren 1930’, maar eruitzien ‘als
de voorzitter van een raad van commissarissen’. De toekomst wordt (nog meer)
liberaal of autoritair, een markt of een vesting. In elk geval komen de
‘liberale democratieën en het handhaven van de mensenrechten’ onder zware druk
te staan. En aangezien de markt zwaar ontgoocheld heeft, lijkt de weg naar de
vesting open te liggen.
lees hier
deze samenvatting vanaf het begin