zaterdag 2 mei 2020

Philipp Blom, Wat op het spel staat 5


werknotities

De terugkeer van de geschiedenis

De financiële crisis van 2008 leerde ons dat het systeem er niet is voor de mens, maar de mens voor het systeem, en dat de kloof tussen rijk en arm alleen maar groter zal worden. Daarmee is een eind gekomen aan de mythe van het einde van de geschiedenis (Fukuyama), de mythe van een wereld waarin enkel nog de marktideologie speelt en waarin het westerse kapitalisme in een tweede kolonisatiegolf naar de verste uithoeken wordt geëxporteerd. Het ecosysteem laat zijn grenzen kennen, arbeid wordt schaars en is in de meeste gevallen al zinloos. Nooit eerder hadden we zoveel, maar we zijn niet gelukkig. De toekomst lacht ons niet meer toe. Iedereen wil behouden wat hij heeft. 

Dat, en het besef nutteloos te zijn geworden, maakt dat we ‘in reactionaire tijden’ leven. De gelijkenissen met 1918 zijn treffend. Na de redding van de banken en de niet-bestraffing van de verantwoordelijken voor de crisis van 2008, zijn we ons vertrouwen kwijt ‘in de fundamentele rechtvaardigheid van een samenleving, die eerlijke arbeid beloont en misdaad bestraft’. We moeten ons hoeden voor de opkomst van nieuwe ‘verleidelijke visioenen’ en van een nieuwe ‘charlatan X of oplichter Y’ die de macht grijpt. Alleen zal de nieuwe dictator geen beroep meer doen op ‘het visuele vocabulaire van de jaren 1930’, maar eruitzien ‘als de voorzitter van een raad van commissarissen’. De toekomst wordt (nog meer) liberaal of autoritair, een markt of een vesting. In elk geval komen de ‘liberale democratieën en het handhaven van de mensenrechten’ onder zware druk te staan. En aangezien de markt zwaar ontgoocheld heeft, lijkt de weg naar de vesting open te liggen.


lees hier deze samenvatting vanaf het begin