voor deze
rubriek selecteer ik de beste stukken die op deze blog zijn verschenen
ADAGIUM
In 'diepgravende' interviews wordt de ondervraagde op het
eind wel eens naar zijn lijfspreuk gevraagd – wat overigens een van de minst
tot de ‘kern’ (wat dat dan ook moge zijn) doordringende en dus meest overbodige
vragen is want zo’n lijfspreuk dient nu net om als een schild voor je uit te
voeren en alle onvoorzienlijkheden, waarop je enkel met de voor jezelf
kenmerkende wisselvalligheden van je eigen persoonlijkheid zou kunnen
antwoorden, mee te lijf te gaan. Niet toevallig komt de ondervraagde dan vaak
niet verder dan clichés als ‘Leven en laten leven’ of ‘Doe wel en zie niet om’,
als het al niet ‘Carpe diem’ is of ‘Vrijheid blijheid’.
Devies of adagium zijn van lijfspreuk synoniemen, maar de
drie woorden dragen toch niet allemaal dezelfde connotatie met zich mee.
Lijfspreuk heeft iets combattiefs, devies iets archaïsch. Een adagium
daarentegen is de zelfgenoegzame mantra van iemand die zijn schaapjes op het
droge heeft en onder een eikenhouten bordje met een witgeletterde spreuk in
zijn luie zetel uitrust van een bestaan zonder hoogtepunten.