De letteren waren een paskwil.
Virginia Woolf, Orlando,
88
1paskwil (het;
-len; paskwilletje) 1 beledigend
spotschrift in woord of beeld, syn. schotschrift:
ergens een paskwil van maken 2 grap,
spotternij 3 belachelijke, dwaze
vertoning, parodie
372
Binnenplaatsen en gebouwen, grijs, rood, prune, in een ordelijk en symmetrisch
patroon bijeen (…)
Virginia
Woolf, Orlando, 96
1prune /pryn(ə)/
(bn.) pruimkleurig, roodpaars: een prune
japon
373
Zelfs het landschap voor zijn deur was minder met bloemen
omkranst en de hondsrozen zelf waren minder doornig en gril.
Virginia
Woolf, Orlando, 103
4gril (bn.) (gew.)
1 huiveringwekkend, griezelig: ‘t is een gril gezicht 3 (van kleuren) overmatig licht, syn. schel, schril: gril kijken, met wijd
opengesperde ogen staren; grille ogen,
wijd open, felle ogen
374
Wij kunnen derhalve de inhoud dezer stukken niet nader
vernoemen, slechts betuigen dat Orlando met al zijn cachetten en zegellak, zijn
linten van velerlei kleur die op verschillende wijzen bevestigd moesten worden,
met het grosseren van titels en het
zwierig versieren der hoofdletters, druk doende was tot aan het déjeuner – een uitgebreide
maaltijd bestaande uit een stuk of dertig gangen.
Virginia Woolf, Orlando,
111
grosseren (overg.)
grosseerde, h. gegrosseerd) 1 (mbt.
een stuk) overschrijven of in die vorm overbrengen, waarin het ten uitvoer kan
worden gelegd 2 (mbt. een akte) een grosse maken van –
grosse /ɤrɔsә/
(de (v.); -n) 1 een in het net, met
grote duidelijke letters gesteld en voor conformiteit gewaarmerkt afschrift van
een officieel stuk, tgov. minuut: tweede
(enz.) grosse, nieuw afschrift van de oorspronkelijke akte, ingeval de
(eerste) grosse verloren gaat 2 (in ’t
bijz.) afschrift van een vonnis of een andere authentieke akte in de vorm
waarin zij ten uitvoer kan worden gelegd (d.w.z. beginnend met de woorden: ‘In
naam des Konings’ resp. ‘der Koningin’)
375
In de keuken was het zo donker dat men moeite had een test van een theeketel te
onderscheiden.
Virginia Woolf, Orlando,
212
1test (de;
-en) schotel of kom, gewoonlijk van aardewerk, syn. teil 2 pot of schotel
van aardewerk, voor vuur bestemd; – (in ’t bijz.) kleine, vierkante, naar
onderen smaller toelopende pot met één oor, die met een kooltje vuur in een
stoof wordt geplaatst