zondag 2 oktober 2016

wolken 2062-2074



wolkenfragmenten uit Jan Wolkers, Een roos van vlees

2062
In de openstaande ramen weerspiegelen de wolken en drijven blauwe vlakken in het groene landschap. (12)

2063
Hij legt zijn andere hand over de vogel heen en staart in de verte waar de sneeuw onmerkbaar overgaat in de grijze wolkenbank die op de horizon staat. (17)

2064
Dan glijdt zijn blik over het voorhoofd van zijn vader naar diens uitstaande witte haren, die tegen het raam, waarachter de lucht dichttrekt met grijze wolken, afsteken als een damp. (56)

2065
In de verte hangen de wolken al zo laag dat de televisieantennes er als harken in verward schijnen te zitten. (62)

2066
Je kan aan de kinderstemmen horen dat de wolken laag hangen. (73)

2067
De gele wolken hangen laag als een natte deken. (95)

2068
Het is of de wolken in de verte langzaam over de huizen heen naar beneden zakken. (95)

2069
Door een breuk in het wolkendek valt licht van de ondergaande zon op de boomkruinen, die glinsteren alsof de takken in zilverpapier verpakt zijn. (110)

2070
Het zonlicht is verdwenen, de spleet is dichtgedrukt door zware sneeuwwolken. (111)

2071
De wolken schuiven daar over elkaar heen als gloeiende platen ijzer. (118)

2072
Er trekt sigaretterook langs als wolken die hun schaduw over de sneeuw laten glijden. (125)

2073
Tussen vale wolken zijn fluweelzwarte plekken met ontelbare lichte gaatjes als carbonpapier dat te lang gebruikt is. (152)

2074
Ik heb al zoveel vergif in mijn lichaam, dat ik het gevoel heb of het plafond tegen de wolken komt. (165)