Facebookvriend
Martin Pulaski post een
stukje over hoe hij kennismaakte met Fernando Pessoa.
Ik zat in
Leuven, in die tijd, begin jaren tachtig, en een vriend begon op zijn kot
opeens – ik weet niet meer hoe dat kwam of wat hij ermee beoogde – 'Sigarenwinkel'
voor te lezen. Hij deed dat wonderlijk adequaat, met het gepaste aplomb, een
beetje dramatisch ook. 'Ik ben niets. / Ik zal nooit iets zijn. / Ik kan ook
niet iets willen zijn. / Afgezien daarvan koester ik alle dromen van deze
wereld.' Ik had nog nooit van Pessoa gehoord. Hoe zou ik ooit van Pessoa hebben
kunnen horen? Ik was verkocht. Natuurlijk was ik verkocht. Mijn exemplaar van
Willemsens bloemlezing verwierf ik – het was een duur boek – pas eind 1982, het
rood van de cover is al danig verbleekt. Maar ik moet bekennen: ik heb deze
wonderlijke dichter altijd schromelijk verwaarloosd en nooit goed begrepen. Af
en toe las ik natuurlijk wel iets van hem, onder meer zijn Boek der rusteloosheid, maar de definitieve onderdompeling heb ik
altijd uitgesteld. Wellicht vond ik Pessoa te confronterend, zijn wanhoop soms
te expliciet, zijn nihilisme een beetje te sloganesk. Dat vond ik, maar wie ben
ik. 'Er is metafysica genoeg in het denken aan niets', schrijft hij ergens – ik
citeer, misschien niet helemaal correct, uit het hoofd. Maar kijk, misschien is
deze herinnering een goede aansporing om alsnog die mysterieuze figuur te
doorgronden. Of om daar minstens een eerlijkere poging toe te ondernemen. Dank
je, Martin, om dat smeulend vuurtje even aan te blazen!