vrijdag 14 oktober 2016

los ingeslagen 332



6 maart 2002

(…)

*

In S.’s atelier aquarelleer en teken ik portretjes van Proust, Borges en Josse Depauw. Dat schenkt me enige voldoening. (…)


7 maart  2002

In Rotterdam is, een decennium na Antwerpen, extreem-rechts doorgebroken. Het failliet van de democratie: de democratie wordt niet meer ernstig genomen. Kiezen is, zelfs voor wie de moeite neemt om te gaan kiezen in een land waar geen kiesplicht bestaat, een lachertje geworden. ‘Zullen we die saaie en weinig aaibare politici maar even flink te kakken zetten,’ wordt daar gedacht. Dat ze intussen een malafide sujet macht toekennen, wordt niet eens erg gevonden. ‘We zien wel.’ Niet dat het malafide sujet veel zal kunnen uitrichten (de werkelijke macht is niet meer in handen van politici), maar het zegt toch iets over het klimaat waarin de beslissingen die er echt toe doen (beslissingen van ecologische aard) toch in het politieke veld zullen moeten worden getroffen – of ze zullen níet worden getroffen, met alle gevolgen van dien.

*

'Seks met mannen, vrouwen, engelen, homoseksuele giraffen en krokodillen', trompettert een homosite op het web. Afgezien van die engelen is dat geen woord gelogen, maar de quote doet de meesterlijke vertelling Het geparfumeerde slagveld van Robert Irwin, hoogleraar middeleeuwse en Arabische geschiedenis, toch onrecht aan. Deze parabel, die zich afspeelt in de claustrofobisch dampende beslotenheid van een Turkse harem, verhaalt over de eeuwige oorlog tussen de seksen, over hoe politieke mannenmacht het moet afleggen tegen seksuele mannenonmacht (‘Verleiding is niets anders dan de list van het zwakke om het sterke te verschalken.’) – en over de fatale vermenging van de bekoringen van het vlees met de strategieën van de dood, die dekselse ‘verbreker van banden en verdelger van geneugten’. Warm aanbevolen!


8 maart 2002

(…)

Zowel T. als G. komen met slechte rapporten thuis. Er zal moeten worden ingegrepen. Maar hoe?

*

Don DeLillo, Witte ruis:
[261]: ‘Is de dood niet de grens die we nodig hebben? Geeft die niet een kostbaar karakter aan het leven, een gevoel van afbakening? Je dient je af te vragen of er ook maar iets van wat je doet in dit leven schoonheid en betekenis zou hebben zonder de wetenschap die je meedraagt van een eindstreep, een scheidslijn of beperking.’ (zie Irwin, Het geparfumeerde slagveld, 64, geciteerd 020307)

*

Moet niet elk boek dat zich ter lezing aandient voortaan, gezien de beperkte tijd die me nog rest, worden voorzien van voldoende geloofsbrieven (reputatie, recensie, aanbevelingen, overtuigingskracht die wordt aangeleverd op basis van andere elementen uit het oeuvre of van de lectuur van zegge schrijve hooguit de eerste dertig, veertig bladzijden) om op mijn welwillende leesbereidheid en zo mogelijk leesgretigheid aanspraak te kunnen maken? Moet ik niet een deel van mijn nog beschikbare energie en tijd (en hersencellen) investeren in het maken van een grondige en voorzienige voorafgaande selectie? Ook deze overweging moet mij helpen bij het reorganiseren van mijn bibliotheek – het is overigens geenszins toevallig dat ik die overweging precies nu maak…

*

Op het minivoetbal zakken zowel D. als ik door ons gestel. Het einde van de topsport is in zicht! In het café achteraf komt G. ons vertellen over – zijn niet door hemzelf als dusdanig gepercipieerd (of vergis ik mij?) – uitzichtloos bestaan: werken en zuipen.


9 maart 2002

Het begin van een – voor het eerst sinds lang! – vrij weekend.

*

Badkamertoestanden: op zoek naar tegeltjes en een spiegel.

*

Een goed gevulde agenda voor de zaterdagavond. Eerst naar de tentoonstelling van Piet Peere onder de Halletoren. Babbeltjes met (…). Dan met P. en de kinderen naar het zogenaamd ‘akoestisch’ concert van Zita Swoon in de Stadsschouwburg. Niet perfect maar toch zeer intens. Bij ‘Our daily reminders’ krijg ik alweer, net zoals in Schaarbeek een paar maanden geleden, de tranen in mijn ogen. (…)