6 maart 2002
(…)
*
In S.’s
atelier aquarelleer en teken ik portretjes van Proust, Borges en Josse Depauw.
Dat schenkt me enige voldoening. (…)
7 maart 2002
In Rotterdam
is, een decennium na Antwerpen, extreem-rechts doorgebroken. Het failliet van
de democratie: de democratie wordt niet meer ernstig genomen. Kiezen is, zelfs
voor wie de moeite neemt om te gaan kiezen in een land waar geen kiesplicht
bestaat, een lachertje geworden. ‘Zullen we die saaie en weinig aaibare
politici maar even flink te kakken zetten,’ wordt daar gedacht. Dat ze intussen
een malafide sujet macht toekennen, wordt niet eens erg gevonden. ‘We zien
wel.’ Niet dat het malafide sujet veel zal kunnen uitrichten (de werkelijke
macht is niet meer in handen van politici), maar het zegt toch iets over het
klimaat waarin de beslissingen die er echt toe doen (beslissingen van
ecologische aard) toch in het politieke veld zullen moeten worden getroffen –
of ze zullen níet worden getroffen, met alle gevolgen van dien.
*
'Seks met
mannen, vrouwen, engelen, homoseksuele giraffen en krokodillen', trompettert
een homosite op het web. Afgezien van die engelen is dat geen woord gelogen,
maar de quote doet de meesterlijke vertelling Het geparfumeerde slagveld van Robert Irwin, hoogleraar
middeleeuwse en Arabische geschiedenis, toch onrecht aan. Deze parabel, die
zich afspeelt in de claustrofobisch dampende beslotenheid van een Turkse harem,
verhaalt over de eeuwige oorlog tussen de seksen, over hoe politieke
mannenmacht het moet afleggen tegen seksuele mannenonmacht (‘Verleiding is
niets anders dan de list van het zwakke om het sterke te verschalken.’) – en over
de fatale vermenging van de bekoringen van het vlees met de strategieën van de
dood, die dekselse ‘verbreker van banden en verdelger van geneugten’. Warm
aanbevolen!
8 maart 2002
(…)
Zowel T. als G.
komen met slechte rapporten thuis. Er zal moeten worden ingegrepen. Maar hoe?
*
Don DeLillo,
Witte ruis:
[261]: ‘Is de
dood niet de grens die we nodig hebben? Geeft die niet een kostbaar karakter
aan het leven, een gevoel van afbakening? Je dient je af te vragen of er ook
maar iets van wat je doet in dit leven schoonheid en betekenis zou hebben
zonder de wetenschap die je meedraagt van een eindstreep, een scheidslijn of
beperking.’ (zie Irwin, Het geparfumeerde
slagveld, 64, geciteerd 020307)
*
Moet niet elk
boek dat zich ter lezing aandient voortaan, gezien de beperkte tijd die me nog
rest, worden voorzien van voldoende geloofsbrieven (reputatie, recensie,
aanbevelingen, overtuigingskracht die wordt aangeleverd op basis van andere
elementen uit het oeuvre of van de lectuur van zegge schrijve hooguit de eerste
dertig, veertig bladzijden) om op mijn welwillende leesbereidheid en zo
mogelijk leesgretigheid aanspraak te kunnen maken? Moet ik niet een deel van
mijn nog beschikbare energie en tijd (en hersencellen) investeren in het maken
van een grondige en voorzienige voorafgaande selectie? Ook deze overweging moet
mij helpen bij het reorganiseren van mijn bibliotheek – het is overigens
geenszins toevallig dat ik die overweging precies nu maak…
*
Op het
minivoetbal zakken zowel D. als ik door ons gestel. Het einde van de topsport
is in zicht! In het café achteraf komt G. ons vertellen over – zijn niet door
hemzelf als dusdanig gepercipieerd (of vergis ik mij?) – uitzichtloos bestaan:
werken en zuipen.
9 maart 2002
Het begin van
een – voor het eerst sinds lang! – vrij weekend.
*
Badkamertoestanden:
op zoek naar tegeltjes en een spiegel.
*
Een goed
gevulde agenda voor de zaterdagavond. Eerst naar de tentoonstelling van Piet
Peere onder de Halletoren. Babbeltjes met (…). Dan met P. en de kinderen naar
het zogenaamd ‘akoestisch’ concert van Zita Swoon in de Stadsschouwburg. Niet
perfect maar toch zeer intens. Bij ‘Our daily reminders’
krijg ik alweer, net zoals in Schaarbeek een paar maanden geleden, de tranen in
mijn ogen. (…)