donderdag 27 oktober 2016

de herfst van 2016 – 23



woensdag 5 oktober

Ook taal is onderhevig aan vervuiling. Je hebt de taal van de politici, de taal van de reclame, de taal van het management. De taalpollutie is tot in zowat elke sector van onze samenleving doorgedrongen. We worden constant belogen en we malen er niet om. En wie de waarheid probeert te zeggen, wordt uitgejouwd want de waarheid is vaak onplezierig. Ik zou er een boek over kunnen schrijven, maar in dit korte bestek moet ik mij beperken tot een voorbeeld. Deze week werd ik geconfronteerd met een nieuwe managementterm: ‘bevlogenheid’. Er bestaat zoiets als de Utrechtse Bevlogenheids Schaal, de UBES. Met een vragenlijst kan je de UBES van een werknemer meten. Bevlogenheid is op die schaal het tegenovergestelde van burn-out. ‘Meten is weten’, wordt dan gezegd. Ongeveer elke vezel in mijn lijf verzet zich daartegen. Wil ik dat mijn ‘bevlogenheid’ wordt gemeten? Denk ik dat zoiets überhaupt kan? Waarom heet enthousiasme of arbeidsvreugde nu opeens ‘bevlogenheid’? Het zet mij aan het denken. En zolang ik denk, denk ik dan, bén ik, lééf ik. Als ik in alle ernst en volslagen kritiekloos de vragen zou beantwoorden waarmee men mijn bevlogenheid wil meten, is iets in mij dood. En ben ik dus helemaal niet bevlogen, maar integendeel: vleugellam. Zo voelt het aan. Zoals ik ook dood ben als ik achter de newspeak van politici of de leugenachtige publiciteitsboodschappen niet een gebrek aan waarheid zou vermoeden.

Ik hield voor de periodiek De Bond van De Gezinsbond van 1 tot en met 6 oktober een dagboek bij. Het verscheen op 21 oktober en dit is de bijdrage van 5 oktober.