donderdag 30 juni 2016

wolken 1950-1951



wolkenfragmenten uit Ton Lemaire, Wandelenderwijs

1950
Er drijven grote wolken in de lucht. (39)

1951
Niettemin is het een bijzondere ervaring om, al is het maar voor korte tijd, op dit immense plateau te lopen met zijn lage horizon en de grote wolkenmassa’s erboven. (67)

de zomer van 2016 – 13


De novelle Broer van Esther Gerritsen als tussendoortje. Het boekje belandde dit voorjaar als boekenweekgeschenk tussen een stapeltje échte aankopen en dan denk ik: als iemand de kans krijgt om het boekenweekgeschenk te schrijven en zo een publiek van tienduizenden potentieel nieuwe lezers aan te boren, zal hij, of zij natuurlijk, wel extra zijn, of haar, best doen. Overigens kende ik die Gerritsen nog niet, en ik ben altijd in voor een nieuwe kennismaking. Bovendien gaat het om een vrouwelijke auteur, en daar moet ik altijd een beetje inspanning doen om het evenwicht te bewaren: ik lees veel te weinig vrouwelijke auteurs, heeft men mij al vaak gezegd. (En hoe komt dat toch?) ¶

Is wat hierboven staat vrouwonvriendelijk? Ik vraag het me af want iemand zei het me onlangs, dat ik vrouwonvriendelijk ben. Dat was wel even schrikken: ik ken mezelf een hoge mate van vrouwvriendelijkheid toe – maar natuurlijk zijn we in de zelfanalyse altijd ook het omgekeerde van wat we zeggen, dus zal het hier dus ook wel dansen op het slappe koord zijn. Zonder in details te treden, dat zou te vér voeren, gooi ik hier maar wat termen op een hoop. Je hebt womanizers, je hebt charmeurs, je hebt ronduit misogyne personen, je hebt macho’s en seksisten… En allicht zijn er nog wel andere hoofd- en tussencategorieën te bedenken in deze typologie van de vrouwonvriendelijkheid. Ik ga ze voor mezelf een voor een af. Moet ik mezelf in een ervan onderbrengen? Ik weet het niet. Wat me wel duidelijk lijkt, is dat ik altijd een groot verschil ervaar tussen de seksen – misschien moet ik empathischer zijn op dat punt en niet uitsluiten dat er personen zijn die dat verschil minder sterk ervaren. Wat me ook wel interessant lijkt, is om het onderscheid te maken tussen twee soorten vrouwonvriendelijkheid: van nature en als verworven eigenschap. Je zou dan misogyne kunnen zijn zoals je bijvoorbeeld homo- of heteroseksueel bent (of blauwe dan wel bruine ogen hebt), of je zou het kunnen geworden zijn, bijvoorbeeld omdat je de pech hebt gekend vaak door vrouwen te zijn teleurgesteld. Op die schaal zou je de categorieën die ik net opsomde kunnen situeren – misschien verschaft dat enige opheldering. Enfin, ik ben er niet uit. Ik zal erover nadenken. De persoon die me dat verwijt toevoegde – want dat was het wel, een verwijt – heeft me hoe dan ook aan het denken gezet. Het was een vrouw, overigens. ¶

4375

Champignol-lez-Mondeville (F) - 160407

woensdag 29 juni 2016

de zomer van 2016 - 12

Ik heb M. maar een paar keer teruggezien, in die vijfendertig jaar die sneller zijn voorbijgegaan dan de vijf jaar die we als studiegenoten hebben gedeeld. Twee jaar geleden voor het eerst eigenlijk, en sindsdien nog een keer of drie, vier. Nu is het alsof wij bij elkaar dagelijks de vloer platlopen, al was het gisteren dan toch weer bijna een halfjaar geleden – zo frequent zijn wij elkaar in vergelijking met die meer dan drie decennia waarin wij elkaar niet ouder hebben zien worden en waaroverheen wij onze herinneringen aan elkaar hebben getild. Nu onthoudt ze niets meer, vertelde M. me, maar van die tijd heeft ze nog een duidelijk beeld bewaard, ook van mij, hoe ik toen was. Dat beeld strookt niet met hoe mijn ik van nu mijn ik van toen ziet. ‘Je was vrolijk, heel vaak erg grappig.’ Ik frons mijn wenkbrauwen. ‘Nu ja, er zat een tragisch kantje aan.’ ‘Dat klopt al beter,’ zeg ik, me ervan bewust hoe grappig dat eigenlijk is. ¶

(...) ¶

Naar aanleiding van het brexitreferendum en het door velen geopperde vermoeden dat veel kiezers voor een ‘uit’ misschien niet zo goed geïnformeerd waren (zoals wellicht veel voorstanders van ‘in’), deze anekdote uit een aflevering van Blokken vorige week. Een van de vragen luidde: ‘Welke politieke partij presenteerde zich bij ons tijdens de vorige verkiezingscampagne aan de kiezer met de slogan “Denken, durven, doen. De kracht van verandering”?’ De kandidate antwoordde: ‘Groen’. ¶

In Broer voert Esther Gerritsen een broer en een zus op, de zus is vijf jaar jonger. Ze zijn opgegroeid in een kil gezin. Op een gegeven ogenblik gaat het over hoe die verkilling zich ook tussen hen heeft geïnstalleerd en hen uit elkaar heeft gedreven. Totdat de zus het zich niet meer liet welgevallen, zorgde broer voor haar. Zo vonden ze bij elkaar warmte en troost. ‘Haar te kunnen troosten was zijn troost geweest.’ Maar zij verliet hem en daardoor was hij weer alleen, zoals hij alleen was geweest tussen zijn eerste bewustzijn en haar geboorte. Zij beseft dat nu en voelt zich daar schuldig over. (...) ¶

4374

Omgeving Lévigny (F) - 160406

dinsdag 28 juni 2016

reactie



inderdaad, de dagboeken van Klemperer geven een unieke leeservaring. Verplichte lectuur voor iedereen die wat afstand wil nemen van de dagdagelijkse 'nieuwsmusts'en dieper wil graven naar wat mens-zijn is/kan zijn/moet zijn.Grappig ook hoe de Professer Romaanse literatuur zich als 'schlemil' (zie bouwperikelen, auto ...) laat zien, en niet 'durft' emigreren omdat hij geen talen spreekt.Of hoe soms de dingen niet zijn zoals ze lijken. En vooral ook hoe gevaarlijk het is als de taal gemanipuleerd wordt (zie ook LTI)
LD