donderdag 23 juni 2016

de zomer van 2016 – 6



Wat is de aard van het verdriet dat gepaard gaat met het zien dat iets is teloorgegaan? Ton Lemaire schrijft (in Wandelenderwijs, 63-64): ‘In hoeverre verliezen we onze eigenlijke plek door de breuk in de geschiedenis die de komst van de industriële maatschappij inhoudt? Verliezen we mét de traditionele landbouw onvermijdelijk ook onze band met het oude cultuurlandschap, waarvan we vervreemden of dat gewoon verdwijnt of vervlakt omdat het niet langer in stand wordt gehouden, wordt gedragen en verstaan door een bepaalde leefwijze waarvan het de neerslag was? Wat is dus de prijs van de modernisering? / Wanneer ik door het Franse platteland wandel, stel ik mezelf soms deze vragen zonder ze bevredigend te kunnen beantwoorden. Ik kan het in ieder geval niet nalaten om gefascineerd te zijn door de sporen die de lange interactie van de boeren met de aarde in het landschap heeft achtergelaten en om aan de herinneringen van die intieme vertrouwdheid van mens en aarde op een of andere manier trouw te blijven, alsof ik het niet goed kan verdragen dat zoveel verleden in het niet zou verzinken alsof het nooit had bestaan.’
Dit is een cruciale passage in dit toch wel merkwaardige boek. Hier en daar schemert een rest niet-recupereerbare irrationaliteit door. Wat is dat dan: de ‘eigenlijke plek’? Kan die ‘band met het oude cultuurlandschap’ iets anders zijn dan iets emotioneels? Wat levert de fascinatie voor sporen in het landschap van de ‘lange interactie van de boeren met de aarde’ op? Waaruit bestaat de intimiteit van de ‘vertrouwdheid van mens en aarde’? Is dat ‘niet goed [kunnen] verdragen’ iets anders dan een pure en op geen enkel argument gebaseerde emotie?
Lemaire beseft heel goed dat hij met deze bekentenis van een emotionele omgang met het in het landschap gesedimenteerde verleden een politiek beladen basisinstinct raakt. Hij heeft het dan ook over de mogelijke connotaties met een bruinrechtse ideologie die voor dit soort drijfveren zeker niet ongevoelig was. Uiteraard neemt Lemaire daar afstand van omdat hij ook wel weet waartoe die ideologie aanleiding heeft gegeven, maar het is duidelijk dat zijn denken hier tegen een lastige rand aanstoot. ¶

Is het de moeite waard je uit te spreken over politieke aangelegenheden als de prijs die je daarvoor moet betalen een goede verstandhouding of eventueel zelfs een vriendschap is? Maar wat als iedereen zwijgt? ¶

Terwijl we naar Zweden-België zitten te kijken, slaat ergens vlakbij een bliksem in. Twee of drie seconden na de lichtflits valt de donder krakend over ons heen. ¶