LANGEWAEDE
Nogal wat mensen houden halt in Merkem. Bij de ‘Onze-Lieve-Vrouw
van de Langewaede’, meer bepaald. Ze gaan er bidden, of hun dorst lessen in de
afspanning aan de overkant van de weg. Als ze beide doen, moeten ze wel
oppassen bij het oversteken. Op de kaarsrechte provinciebaan tussen leper en
Diksmuide, vroeger de heirweg van St.-Omer naar Aardenburg, wordt er niét
stilgestaan.
De kapel van de Onze-Lieve-Vrouw van Langewaede staat alleen
in het veld, op wat vroeger de oever was van een op gezette tijden blank
staande laagte, de Langewaede. Daar was het soms ‘lange waeden’. Heel wat
veldslagen werden er geleverd, de hevigste tijdens de Eerste Wereldoorlog. De
streek lag in de frontlijn. ‘Noch huis noch kruis’ bleef toen overeind. En
duizenden sneuvelden. Dat kon geen Lieve Vrouw verhinderen.
De in 1925 heropgebouwde kapel moest wijken voor het
rechttrekken van de weg. Wat er nu staat, is een bouwsel uit de jaren zestig, ‘in
moderne doch zeer efficiënte stijl’. Zo luidt de milde formulering in het
foldertje, dat naast de devotiekaarsen ligt en tien frank kost.
In deze kapel is tot en met 6 juli, elke dag van 10 tot 18
uur, een kleine tentoonstelling te zien met kunstwerken van onder meer Dan Van
Severen, Willem Cole, Philip Van Isacker, Benoît en Sempé. Kunst in een levende
kerk, inderdaad, en niet in een afgedankte zoals wel meer gebeurt. Gaat het dan
om religieuze kunst? Kan dat nog wel, religieuze kunst? Daar moet u zeker eens
bij stilstaan.
Minder daarom uw vaart, houd zelfs even halt in Merkem.
Deze column verscheen twintig jaar geleden in De Standaard van 17 juni 1996