wolkenfragmenten
uit Philippe Besson, Zijn broer
1340
Wolken
sloten de horizon af, de zee was nauwelijks te zien. De wolken strekten
zich kilometers ver uit en we begrepen dat ze niet zouden verdwijnen.
(54)
1341
Ze wist dat we alleen maar zin hadden om
naar buiten te gaan en in de tuin te ravotten, maar de donkere wolken
waren dreigend, de wind begon te loeien en één ding stond als een paal boven
water: van onze plannen zou niets terechtkomen. (54-55)
1342
De mooie grote wolken veranderden
met een enorm geraas in een wolkbreuk, een zondvloed daalde over ons
huis neer als de plagen van Egypte, de wind kwam in vlagen.
(55)
1343
Het is een rustig onweer, de hemel wordt
doorkliefd door bliksemschichten, maar regenen doet het niet, de wolken
barsten vanavond niet los. (62)
1344
De hemel is van een vlekkeloos blauw dat
bijna pijn doet aan mijn ogen. Je zou tevergeefs naar het kleinste wolkje
zoeken. (115)