zondag 12 september 2004

Gore reutemeteut

Ik ben op een krantenredactie. Yves Desmet loopt er rond, hij heeft een zéér stevige embonpoint. Plots word ik geroepen naar het gebouw aan de overkant van de straat. Ik moet er een snack brengen – dat blijkt een behoorlijk gore, goulashachtige substantie te zijn. Bruine derrie in een plastic potje. De bestemmeling ken ik niet, hij – of zij – woont op de eerste verdieping. B & N zijn ook van de partij, met hun dochter C. De trap naar de eerste verdieping is duidelijk de vrucht van een ziekelijke designer. Je moet je in alle bochten wringen om in de bocht niet met je hoofd tegen de treden van het volgende stuk te stoten. Boven komen we in de loft van een Japanse danseres. Overal staan en hangen ‘moderne kunstwerken’: fallussen, beelden van copulerende koppels, enfin, de hele gore reutemeteut die tegenwoordig de musea haalt. De kinderen van de Japanse zijn in de weer met kleurboeken en zagen hun moeder de oren van haar kop. Maar die heeft het te druk met het uitvoeren van Rosas-achtige passen op snoeiharde muziek… Ik heb genoeg van al die hippe artistiekerigheid en word wakker.