zondag 19 juli 2020

vorig jaar 205

190714

(…) * Ik zap even naar de finale op Wimbledon tussen Federer en Djocovic, met de bedoeling enkele minuten te kijken. Ze zijn net begonnen aan de vijfde set, en voor het weet kijk ik het bijna volle anderhalf uur dat die duurt. Onwaarschijnlijk goed tennis, en bovendien spannend. * (…) *

 

190715

De oeverloze hoeveelheid details die Uwe Tellkamp in De Toren stopt. Ik vraag mij echt af of ik deze investering van tijd ga doorzetten. Is wat ik ervoor terugkrijg de moeite waard? * C. en W. vertellen over hun reis naar Noorwegen. Ze hebben het goed gesteld, genoten van de prachtige landschappen, de fjorden en de houten Romaanse kerkjes. Genieten, daarover had ik het op Facebook vanmorgen. Die ergerlijke imperatief die je tegenwoordig slag om slinger hoort: geniet! Er komen heel wat reacties op mijn opmerking daarover. * (…) *

 

190716

Om kwart over zeven vertrek ik zuidwaarts. 1200 kilometer scheiden mij van R. aan de Lac de Sainte-Croix. De rit verloopt voorspoedig. Ik amuseer me met het stapeltje cd’s dat ik heb meegenomen – godzijdank doet de cd-speler het in de auto (dat was niet zeker). Ik kom om half zeven aan. Het weerzien is hartelijk. R. stelt me voor aan (…) haar buren op de camping: A. en D., heel sympathieke mensen die, vreemd genoeg, bij mij thuis een paar straten om de hoek wonen en die ik nooit eerder heb gezien. Zeker D. zou ik, met zijn lange grijze manen, moeten herkennen. *

 

190717

(…) Na het ontbijt trekken we naar de meeroever, die via een steil afdalend pad vanuit de camping te bereiken is. We luieren en zwemmen. Aan de overkant ligt heel fraai tegen de steile oever gevleid het aan de kunstmatige overstroming ontsnapte dorp Sainte-Croix. Ik lees enkele bladzijden Wit van Brett Easton Ellis. Ik laat me op een luchtplank naar de overkant peddelen voor een koffie. Om half zeven ga ik een eind fietsen, naar datzelfde Sainte-Croix en terug: veel alternatieven zijn er niet, of je moet er een stevig aantal hoogtemeters voor lief bijnemen. In de berm zie ik een aangereden vos. Hij ligt daar languit. De rosse pels is nog mooi, maar de insecten doen hun werk en lopen de snuit in en uit. En het kadaver begint al te stinken. Na de douche zijn er worstjes en ratatouille als avondeten. *