woensdag 15 juli 2020

vorig jaar 202

190709

Ik ben met aandacht aan Nasleep begonnen, maar die aandacht verslapte gaandeweg en uiteindelijk heb ik me naar het eind moeten slepen. Het is duidelijk dat dit boek, geen roman maar ook geen puur autobiografisch verslag van een scheiding en van de ‘nasleep’ (aftermath) van die scheiding, het moet hebben van een empathische betrokkenheid bij de lezer. Die betrokkenheid heb ik niet kunnen opbrengen. Daarvoor is Rachel Cusks relaas me iets te warrig, iets te zeer een getrouwe weergave van de verwarring waarin zij zelf is terechtgekomen en vanwaaruit zij klaarblijkelijk dit boek heeft geschreven. * Willekeurig bladerend in een boek (Groot zomerboek, met achttien korte romans en novellen van onder meer Biesheuvel, Tolstoj, Philip Roth en Frans Kellendonk; ik weet niet meer waar en wanneer dit lijvige, 1230 bladzijden tellende, boek in mijn bezit is gekomen) tref ik haar naam aan. Dat doet mij eraan denken dat ik X. na verschillende jaren niet, de voorbije twee weken tot drie keer toe heb gezien. De eerste keer kruiste ik haar toen ik op weg was naar het verjaardagsfeestje van N., in de tuin van Swimme langs de landweg tussen Koolkerke en de Nieuwe Wandeling. Toen droeg ze een brede zonnehoed, ik herkende haar pas toen ik haar al een eind voorbij was. (…) De tweede keer dat ik recent van X. een blik opving, was op de begrafenis van Willem D., toen ze deed alsof ze me niet zag toen ik van de offerande terugkeerde. Dat was vorige week. En de derde keer was eergisteren op het Cactusfestival. Ik begaf mij naar de bar om consumpties te halen, in een ooghoek zag ik hoe zij zich schichtig aan mijn blik probeerde te onttrekken. Waarom wil zij niet dat ik haar zie? Waarom vlucht zij weg? (…) *