Tom Lanoye, Sprakeloos,
47
ǁ
‘Wat zeur je nou,’ zegt mijn vader, ‘dat tapijt is totaal
versleten.’
Luchthartig. ‘Wel versleten maar niet totaal. Goed? Is
het nu genoeg?’
‘Alsjeblieft Alex,’ zegt mijn moeder, ‘dat tapijt is óp.’
‘Je zal zien dat je nog eens over dat ding valt,’ zegt
mijn vader, ‘en dan schiet je knie uit de kom en dan heb je de poppen aan het
dansen.’
Philip Roth, Portnoy’s
klacht, 116