De fout waarover ik het hier heb, die van bladzijde 133, is
de volgende – en ik geef het volledig citaat om duidelijk te maken dat het een
twijfelgeval is. De passage behandelt de manier waarop Josée haar huis naar
haar eigen smaak heeft ingericht. Dat te weten, is niet onbelangrijk. Hier
gaat-ie: ‘De rest van de behuizing was na het breekwerk van Liza’s Brusselse
familie adequaat hersteld en knus ingericht. Ofschoon, toegegeven, een weinig
overdadig en zelden samenhangend, conform de normen en tradities van ons volk.
Wij zitten zo ineen en wij voelen ons daar – dank u stijf – geweldig bij, van
eetgewoonte tot verstelstructuur.’
Hebt u hem? Verstelstructuur.
Maar ik zei het, het is een twijfelgeval. En bovendien een
dat zin maakt. Pardon, zinvol is,
bedoel ik.
Immers. Wie in Sprakeloos enkel het verhaal ziet van
de neergang van een moeder, heeft het boek niet goed gelezen. Evengoed is dit
boek autobiografisch. Lanoye heeft het niet alleen over zijn moeder, en over
zijn moeizame relatie met haar, maar ook over zichzelf: zijn coming of age
én zijn coming out. En, last but not least, zijn schrijven. Meer
bepaald zijn schrijven van het boek over zijn moeder. Zijn schrijven van Sprakeloos
dus. De roman (?) Sprakeloos gaat over het grote contrast tussen het
verlies van taal van de moeder (ze eindigt in afatische dementie) en de
woordenvloed die Lanoye ontplooit om dat verhaal te vertellen.
Vertellen/verstellen. Verstellen is: repareren, en wel van
een weefsel. Schrijven is weven – en in die zin liggen vertellen en verstellen
niet alleen orthografisch zeer dicht tegen elkaar aan. Wellicht bedoelde Lanoye
in de hier weergegeven passage vertelstructuur. Hij bedoelde wellicht te
zeggen dat zijn schrijven even overdadig en onsamenhangend is (of lijkt) als de
manier waarop zijn moeder haar interieur inrichtte. Het woord verstelstructuur
heeft bovendien niet echt een duidelijke betekenis. Maar het zou in deze
context van interieurinrichting (het herstellen na het voorafgaande breekwerk)
wel degelijk iets kúnnen betekenen. Het valt niet helemaal uit te sluiten dat
Lanoye hier een woordspeling pleegt – en dus blijft het in het ongewisse of
hier nu een fout staat of niet.
Dat soort fouten, die op een tweede plan interessant worden,
zijn de leukste en de vergeeflijkste.
200717
Tom Lanoye, Sprakeloos, vierde druk (2009).