donderdag 23 juli 2020

scherf 40

Verstellen

Op bladzijde 133 van mijn vierde druk van Tom Lanoyes Sprakeloos staat een zet- of taal- of drukfout – ik weet niet goed welk soort fout het is. Misschien is het zelfs een moedwillige fout, daar ben ik nog niet uit. Dát er überhaupt een fout te signaleren valt, is opmerkelijk want in dit zorgvuldig vormgegeven (Dooreman) en gezet (Karakters) en gedrukt (Wilco) boek (al valt er op dat laatste wel iets aan te merken want mijn exemplaar valt na drie keer lezen, waarvan twee keer door mezelf, uit elkaar), waarbij de auteur werd bijgestaan door niet één maar wel twee eindredacteurs (een Nederlander en een Vlaamse), die, zo veronderstel ik toch, allicht ook de eindredactie, ik bedoel het nalezen, voor hun rekening zullen hebben genomen – dát er dus een fout te signaleren valt, is opmerkelijk want in de hele 360 pagina’s tellende roman (?, het vraagteken is van Lanoye zelf (349), maar daar gaat het hier niet over) zullen er geen vijf staan denk ik. Op pagina 264 moeten beide nalezers een dipje hebben gehad, want daar zijn er – opnieuw, vierde druk, misschien is dat intussen weggewerkt – twéé: een toe in plaats van een toen, en een aangerecht in plaats van een aangericht.

De fout waarover ik het hier heb, die van bladzijde 133, is de volgende – en ik geef het volledig citaat om duidelijk te maken dat het een twijfelgeval is. De passage behandelt de manier waarop Josée haar huis naar haar eigen smaak heeft ingericht. Dat te weten, is niet onbelangrijk. Hier gaat-ie: ‘De rest van de behuizing was na het breekwerk van Liza’s Brusselse familie adequaat hersteld en knus ingericht. Ofschoon, toegegeven, een weinig overdadig en zelden samenhangend, conform de normen en tradities van ons volk. Wij zitten zo ineen en wij voelen ons daar – dank u stijf – geweldig bij, van eetgewoonte tot verstelstructuur.’

Hebt u hem? Verstelstructuur.

Maar ik zei het, het is een twijfelgeval. En bovendien een dat zin maakt. Pardon, zinvol is, bedoel ik.

Immers. Wie in Sprakeloos enkel het verhaal ziet van de neergang van een moeder, heeft het boek niet goed gelezen. Evengoed is dit boek autobiografisch. Lanoye heeft het niet alleen over zijn moeder, en over zijn moeizame relatie met haar, maar ook over zichzelf: zijn coming of age én zijn coming out. En, last but not least, zijn schrijven. Meer bepaald zijn schrijven van het boek over zijn moeder. Zijn schrijven van Sprakeloos dus. De roman (?) Sprakeloos gaat over het grote contrast tussen het verlies van taal van de moeder (ze eindigt in afatische dementie) en de woordenvloed die Lanoye ontplooit om dat verhaal te vertellen.

Vertellen/verstellen. Verstellen is: repareren, en wel van een weefsel. Schrijven is weven – en in die zin liggen vertellen en verstellen niet alleen orthografisch zeer dicht tegen elkaar aan. Wellicht bedoelde Lanoye in de hier weergegeven passage vertelstructuur. Hij bedoelde wellicht te zeggen dat zijn schrijven even overdadig en onsamenhangend is (of lijkt) als de manier waarop zijn moeder haar interieur inrichtte. Het woord verstelstructuur heeft bovendien niet echt een duidelijke betekenis. Maar het zou in deze context van interieurinrichting (het herstellen na het voorafgaande breekwerk) wel degelijk iets kúnnen betekenen. Het valt niet helemaal uit te sluiten dat Lanoye hier een woordspeling pleegt – en dus blijft het in het ongewisse of hier nu een fout staat of niet.

Dat soort fouten, die op een tweede plan interessant worden, zijn de leukste en de vergeeflijkste.

200717

Tom Lanoye, Sprakeloos, vierde druk (2009).