maandag 20 juli 2020

vorig jaar 206

190718

Vandaag staat er een wandeling op het programma, samen met D. (…) en diens kinderen (…). Het is bloedheet, eigenlijk geen wandelweer. We vullen onze drinkflessen aan de bron in Bauduen en trekken dan de hoogte in. In het bos vinden we een plaats om te picknicken. Boven komen we een jong koppel met een erg jong kind tegen. Ze komen uit Newcastle. Ze zouden graag eens naar Brugge komen. Ze hebben het over de film van Martin McDonagh. Boven genieten we van het prachtige uitzicht over het meer (…). ‘s Avonds is er een eerste muzikale avond met X. en P. Net als D. zijn zij gitarist (P. bespeelt een ukulele) en brengen zij eigen liederen. De teksten van X. zijn gitzwart en snijden door merg en been. Wat hij over de liefde te melden heeft, raakt me diep. Hij heeft een eigen frasering. Wanneer ik hem later meld dat hij mij doet denken aan Gerald de Palmas – wiens Il faut qu’on se batte mij deze week herhaaldelijk zal begeleiden – knikt hij instemmend. Er wordt stevig gedronken – (…). *