190719
(…): vriendschap is er tussen twee mensen wanneer zij altijd wel iets hebben om over te praten. Of wanneer het zwijgen niet hinderlijk is. (…) De rest van de dag brengen wij opnieuw aan het meer door. We proberen samen de opblaasbare vaarplank uit, maar ik heb moeite mijn evenwicht te bewaren: het wordt niet echt een succes. We belanden een paar keer in het water en schateren het uit. We zwemmen ook samen, van de ene rotspunt naar de andere. (…) Het avondmaal bestaat uit een lekkere risotto (…). De krekels hebben hun vaste uur om in te zetten. En gelukkig ook om met hun eentonige gesjirp op te houden. D. en X. spelen muziek wanneer de duisternis is ingevallen. X., die met zijn zwarte wenkbrauwen en witte haardos een markante kop heeft, blijkt ook een goede verteller. Hij beschikt over een opmerkelijk geheugen en een prima timing. Hij vertelt over een uitgeblust koppel, de vrouw heeft haar man naar aanleiding van hun dertigste huwelijksverjaardag een kikker die goed kan pijpen cadeau gedaan. De man leert de kikker de knepen van de keuken. Wanneer de vrouw hem vraagt of hij tevreden is met zijn cadeau, zegt hij: Je lui apprends à faire la cuisine et puis tu te casses. Of deze: L’amour est comme le tac-au-tac. D’abord il y a le grattage et après le tirage. *
