De ‘B’ van Beschaafd in de afkorting ABN had een
vervelende bijklank. Hij introduceerde een koloniale connotatie – alsof een
bepaalde elite in de jaren na de dekolonisatie met een overschot aan
beschavingsenergie was blijven zitten, die ze dan maar op de sprekers van
‘onbeschaafde’ dialecten losliet.30 Dat had iets politiek incorrects
avant la lettre – daarom, vermoed ik, heeft men die ‘B’ na verloop van
tijd, ik denk kort na de jaren zestig, laten vallen en had men het voortaan
over ‘Algemeen Nederlands’.
Het ABN-taalbeschavingsoffensief werd niet alleen op
school maar – vooral dan voor wie voor schoolgaan te oud en dus niet meer op
die manier indoctrineerbaar was – ook via de toenmalige nieuwe media gevoerd.
Pijprokende professoren met ringbaarden vonden het niet kunnen dat de Vlaming
in de klei van zijn dialect bleef steken. Het niet-dialectische Nederlands van
inwoners van de Randstad gold als maatstaf van behoorlijk Nederlands. Daardoor
klonken die pijprokende professoren Hollandser dan de sprekers van de Vlaamse
streektaal die het dichtst bij het Noord-Nederlands aanleunde: het Brabants.
Alle Vlamingen, van De Panne tot Maaseik, werden geacht, aldus de nergens in
enige Vlaamse grond gewortelde pijprokende professoren, om die variant van het
Nederlands over te nemen.
Die pijprokende Vlaamse proffen spraken alsof ze
Nederlanders waren uit Den Haag of s’Hertogenbosch. Maar met hun
onvermijdelijke Vlaamse tongval spraken ze op een volstrekt unieke wijze want
er was in heel Nederland geen Nederlander te vinden die zo’n Nederlands sprak,
net zomin als er in Vlaanderen zo gesproken werd. Die pijprokende Vlaamse
proffen spraken pijprokende-Vlaamse-proffen-Nederlands.
Om het streefdoel te verwezenlijken – namelijk dat
iedereen beschaafd Nederlands zou praten – werd, op een manier die nu als
onwaarschijnlijk paternalistisch zou worden ervaren, aan het televisiekijkende
en radioluisterende volk geschaafd, onder meer met de dagelijkse dosissen
taaltips in de programma’s Hier spreekt men Nederlands (op tv) en Voor
wie haar soms geweld aandoet (op de radio). Beide programma’s hadden een
lichte vorm van schier ondraaglijke ludiekheid met elkaar gemeen, alsook het
didactische schema . Op YouTube zullen allicht
nog wel staaltjes van dit dagelijks volgehouden taaloffensief terug te vinden
zijn. Voor wie haar soms geweld aandoet eindigde overigens altijd met
een toemaatje, een luchtig en in het beste geval kluchtig anekdotetje
waarin nog een extra taaltipje verborgen zat. Ik proef nog altijd hoe vreemd
wij dat woord, toemaatje, vonden klinken.
In nauwelijks één of twee generaties verdwenen de
dialecten nagenoeg volledig, maar in de jaren zestig waren ze nog springlevend.
Het taalgebruik is de voorbije halve eeuw inderdaad ingrijpend veranderd. Nu
spreekt vrijwel iedereen in Vlaanderen een op dat vermaledijde ABN van destijds
gelijkende, nogal artificiële tussentaal. Geert van Istendael, die na een lange
journalistieke carrière als dichter debuteerde met een bundel waarvan de titel,
De iguanodons van Bernissart, nog altijd klinkt als een klok,
muntte er het woord Verkavelingsvlaams voor.31
31 Geert van Istendael, Het Belgisch labyrint
Lees hier LVO vanaf het begin