donderdag 31 maart 2016

driekleur 239



Het beeld van koetsiers in gescheurde kielen, vergulde houten krakelingen boven bakkerijen, vrouwen die met warme pasteitjes ventten, vermengde zich met dat van fluitende kogels, rennende mensen, zwartstalen revolvers, rode vlaggen en de klanken van de ‘Varsjavjanka’: ‘Vijandelijke stormen woeden boven ons, duistere machten drukken ons neder…’
Dit alles was doorweven met de poëzie van de strijd, met een zweem van de nabije vrijheid die schuw gloorde als het winters morgenrood. En met moed, geloof en hoop.
De hele reusachtige Russische laagvlakte keek naar de rode vuurgloed boven Presnja en wachtte op de overwinning van de revolutionaire strijders.

Konstantin Paustovskij, Verre jaren, 157

driekleur 238



De herfst was dit jaar bijzonder mooi. De oktoberzon scheen nog heerlijk warm. De tuinen pronkten met hun dorre goudgele bladeren die nog maar nauwelijks afvielen. Wij droegen nog ons zomeruniform.
Wij stroomden de straat op en zagen vlak in de buurt van het langgerekte universiteitsgebouw grote groepen mensen met rode vlaggen staan. Voor de zuilengalerij werden toespraken gehouden. Er klonk hoerageroep, mutsen vlogen door de lucht.
Wij klauterden op het hek van het Nicolaas-plantsoen, riepen eveneens hoera en wierpen onze petten omhoog. Deze bleven in de takken van de kastanjes hangen. Wij schudden aan de bomen en het regende dorre bladeren op ons. Wij lachten en joelden. Op de revers van onze jassen prijkten rode lintjes. Midden in het plantsoen stond de zwartbronzen Nicolaas I met zijn ene been iets voor het andere op zijn voetstuk hooghartig op de wanorde neer te kijken.

Konstantin Paustovskij, Verre jaren, 139-140

vierenvijftig 172

24 maart 2016

donderdag

FEELGOOD
 
'IS zou ons land als doelwit hebben gekozen omdat wij deel uitmaken van de internationale coalitie die IS-stellingen bombardeert. We bellen daarover met professor Kriekemans, gespecialiseerd in internationaal recht. Goedemorgen mijnheer Kriekemans.'

Dat wordt vast een interessant item in het feelgood-ochtendprogramma 'De ochtend' van Radio 1, dat ik, nog te bed, even opzette om te chronometreren hoelang het zou duren vooraleer de woorden 'aanslagen' en 'Brussel' zouden vallen. Dat gebeurde meteen nadat ik de knop had ingedrukt, vlak vóór het hierboven uit het hoofd geciteerde inleidinkje. Mijnheer Kriekemans beantwoordt de vragen vanuit het verre Zwitserland, de gezien het format van het feelgood-ochtendprogramma prangendste eerst.

'Vertel ons eens, mijnheer Kriekemans, waar was u toen u van de aanslagen hoorde?'

'Ik ben in Zwitserland met mijn studenten. Ze zijn intensief met sociale media bezig. We zaten gisterenmorgen op de bus van Annecy naar Genève toen de eerste foto's al binnenkwamen. We wisten eerst niet waarover het ging, tot we dan de berichten vernamen.'

'En, mijnheer Kriekemans, hoe voelde dat? Ik vermoed dat het wel een vreemde sfeer was?'

De heer Kriekemans, professor internationaal recht, wordt niet gevraagd naar de motieven van IS, waarvoor hij toch in het verre Zwitserland aan de lijn is geroepen. Neen, hem wordt dezelfde vraag gesteld die gisteren waarschijnlijk al aan honderd mensen is gesteld, van Klein Pierke tot de minister van Justitie: waar was u toen u het vernam, hoe kwam dat aan, hoe voelt u zich daarbij?

Ik doe de radio uit en zoek me wat minder ontmoedigende feelgood uit op de iTunes-shuffle. ¶

4284

Blankenberge - 151229

woensdag 30 maart 2016

niet opgenomen 115

160130

instagram 37

Brugge, Jan van Eyckplein - 160323

instagram 36

Brussel, station Brussel-Centraal - 160322

instagram 35

160321

vierenvijftig 171 / ferroviaire ervaring 50

23 maart 2016

woensdag

AANVAARDING
 

Op zo’n dag aanvaard je het. Je bent gewoon blij dat je er niet tussen stond, met pak en zak op weg naar een vakantiebestemming, of gewoon op de pendel naar je werk in dat muffe kantoor. Waar je die dag niet zult aankomen. Neen, je aanvaardt elke vertraging, elk ongemak. Ook de twee uur aanschuiven om in Brussel-Centraal binnen te geraken, ook dat je daar nog eens drie kwartier op een boemel staat te wachten die na een hele paternoster van tussenstations ook Gent-Sint-Pieters aandoet, waar je dan ook nog eens op een vlotte aansluiting naar Brugge te rekenen hebt. Ik doe er vandaag bijna vijf uur over om van mijn werk in Brussel thuis te geraken, ik zou er met de fiets vlugger zijn geweest. Maar goed, je aanvaardt het. We staan opeengepakt in het inkomhalletje van de wagon. De mensen zijn opvallend vriendelijk voor elkaar, we stoten tegen elkaar aan als de trein een wissel neemt, niemand neemt daar aanstoot aan. Op het trapje voor de deur zitten twee moslima’s. Jonge vrouwen, knáppe vrouwen, gehoofddoekt. Voor hen is het ook een bijzondere dag vandaag. Ze houden zich gedeisd. Niet nodig, hoor!, maar wel begrijpelijk. Links van mij staat een westers creatuur. Tattoos all over the place, stinkend naar zweet en drank, royaal gepierced in oren, wenkbrauwen en neus. Af en toe haalt hij een fles whisky uit zijn tas, hij neemt er een stevige slok van. In de buggy die een deel van het halletje inneemt begint een kind te huilen. Een van de moslima’s staat op: het is haar kind. De Rode Zee wijkt, zodat ze erbij kan. Vertedering alom: verbaasde kijkers kijken ons aan. Schattig. Iemand in de coupé staat recht en biedt zijn plaats aan. De jonge vrouw – prachtige ogen, baby, hoofddoek – neemt het aan. Haar vriendin krijgt ook een plaats. De mensen glimlachen, ze zijn vriendelijk, het is een bijzondere dag, zo’n dag waarop je het aanvaardt. ¶

4283

Blankenberge - 151229

dinsdag 29 maart 2016

vierenvijftig 170


22 maart 2016

dinsdag

RUIS / KAPPEN / ZWIJGEN / SPELREGELS
 
Kwart over acht: het eerste nieuws over de bomaanslag in Zaventem komt binnen, op de radio, op Facebook. Er is nog geen selectie gemaakt in de getuigenissen: alles is uitzendwaardig. (...) Ik probeer mij empathisch de angst en de pijn voor te stellen van wie op dit eigenste moment, nu ik dit om tien over negen op de trein aan het schrijven ben, gewond op de vloer van de vertrekhal en in de metro ligt, bloedt, lijdt, misschien aan het sterven is. Dat is een uitermate moeilijke oefening. Het lukt niet zo goed, maar het lukt toch beter met de radio uit. ¶

Overal om me heen zie ik groen verdwijnen: struiken, bomen... Er wordt verwoed gekapt, alsof het oorlog is. ¶

Ik zou willen over andere dingen schrijven. Eigenlijk wil ik vooral zwijgen. Misschien moet ik dat maar doen. Alvast te beginnen met alles wat met politiek te maken heeft. Want wat kan ik toevoegen? Wat doe ik meer dan bijdragen tot de polarisering waar ik zo op afgeef? Ik kan toch op geen enkele manier bijdragen tot een verbetering van de situatie. Ik moet mijn gevoel van machteloosheid en overbodigheid niet op die manier sublimeren. ¶

Er is er altijd eentje die zich in laatste instantie terugtrekt: bommengordel netjes in een vuilnisbak gedeponeerd en dan er van tussenuit. Een goede strategie, eigenlijk: we neppen er een lafaard bij, daar kunnen ze dan ijverig naar zoeken en mee staan pronken als ze hem gevonden hebben, en ondertussen is er minder aandacht voor de voorbereiders van de volgende aanslag. Paranoia? Goede schakers denken altijd een paar zetten vooruit en in een oorlog waarin de enige spelregel is dat er geen spelregels zijn, is alles mogelijk. ¶