150918 |
zaterdag 31 oktober 2015
driekleur 217
De zaal was vol mensen, mannen en vrouwen van alle
leeftijden die op de met rood fluweel beklede banken en stoelen zaten, rond
tafels met witte katoenen kleden waarop warme dranken stonden en gebak op
porseleinen schalen met een gouden randje.
Het prachtige achterwerk van de donkere vrouw, in het
midden zacht beroerd door de strik van haar schort, deinde voor me uit bij
iedere stap, terwijl de hakken van haar zwarte pumps, even sober als haar jurk,
ritmisch op het geboende parket tikten.
Anita Reyes, Het
erotisch labyrint
vierenvijftig 20
© vrt |
24 oktober 2015
zaterdag
De berichtgeving over de orkaan Patricia viel uiteen in
berichtgeving over wat misschien te gebeuren stond en berichtgeving over wat
dan uiteindelijk toch niet gebeurd was. ¶ Ik rijd met de fiets dwars door de
stad. Pandreitje, Braambergstraat, Wollestraat, Grote Markt: drommen toeristen
schuiven door de straten, en dus kom je met de fiets nauwelijks vooruit. Een
toeristisch topweekend blijkbaar, maar op die manier is Brugge een gekkenhuis
waaruit ik zo snel mogelijk wegvlucht. ¶ Ik zou naar Scandinavië kunnen reizen
om daar een bruid te vinden. ¶ Melancholia
van Lars von Trier. De tweede keer dat ik die film zie maar ik moet geslapen
hebben de eerste keer in de cinema want ik herinner me hele stukken totaal
niet. De eerste keer heb ik ook geen aandacht besteed aan de scène in het begin
van de film waarin de uitgestalde kunstboeken worden gewisseld. Ik herinner me
vaag dat ik toen oog had voor de manier van uitstallen: ik vond het een goed idee
om de kunstboeken – die je anders toch nooit bekijkt – permanent open te
leggen. Dit keer zag ik ook wélke kunstboeken de kwade bruid wegnam en welke
zij in de plaats legde. De boeken die zij wegnam waren allemaal aan Malevitch
gewijd, ik herkende de geometrisch-abstracte composities. Zij legde boeken in
de plaats die geopend waren op het winterlandschap van Bruegel waarvan eerder
in de film al eens een close-up was getoond (de ruiters links vooraan houden halt
om vanop een hoogte een sneeuwwit landschap te bekijken met schaatsers, kale bomen
en in de grijsgroene lucht kraaien), op het pre-rafaëlitisch schilderij Ophelia van John Everett Millais (heb ik
even moeten opzoeken: het werd gebruikt op het voorplat van De wrede god van A. Alvarez, De
Arbeiderspers, 1974) waarop we het tussen bloemen geschilderd lijk van een
vrouw in een rivier zien drijven, en dan ook nog op een clair-obscurscène met
personen van ik denk Zurbarán, maar dat weet ik niet zeker. En dan is het
gissen naar betekenissen, natuurlijk. Het eerste deel van de film toont ons een
verschrikkelijk trouwfeest waarin de door Charlotte Rampling gespeelde moeder
van de bruid met een zeer zuinig mondje verkondigt dat de instelling van het
huwelijk totaal failliet is. Ze doet in elk geval flink haar best om niet tot
de feestvreugde bij te dragen – maar ik denk dat ze een punt heeft. En dan is
er de planeet die recht op de aarde afstevent. Een botsing is onvermijdelijk. Onvermijdelijk
rijst de vraag of iemand onze Aarde zal missen. En ook: hoe leef je die laatste
dagen als je weet dat het einde zeer nabij is? Wat gebeurt er met de
doelstellingen die je eventueel had? De twee zussen en het jongentje bouwen met
stokken een wigwamskelet. De stokken houden elkaar in de top in evenwicht. Het
is een rituele constructie want het is niet de moeite meer om er ook nog een
zeil op te leggen. De drie gaan gewoon onder de stokken zitten en wachten daar
het einde af. De bescherming die zij opzoeken is symbolisch.
Abonneren op:
Posts (Atom)