
Wat een vreemde film. Freddie Quell komt met een trauma terug
uit de oorlog. Hij heeft in die oorlog mensen gedood. Hij vindt zijn weg niet
in de maatschappij. Drank speelt een grote rol. Angst voor seks ook. Quell komt
onder de invloed van een sekteleider,
the
master, voortreffelijk vertolkt door Philip Seymour Hoffman. Deze
machtsfiguur brengt niet meteen het beste in Quell naar boven. Maar hij blijft
hardnekkig in hem geïnteresseerd. De sekte, overigens, zou verwijzingen
inhouden naar scientology. Doet er voor mij niet toe. De sfeer is duister,
irrationeel, dreigend. Hier wordt geteerd op wat een mens óók is. De achterkant.
Wreedheid, angst, de behoefte aan onderworpenheid. Uiteindelijk weet Quell zich
te bevrijden. Van zijn angsten, van zijn verslaving, van de vaderfiguur.
Zoiets. Op een gegeven ogenblik is er een bijeenkomst van de sekte in de stad
Phoenix. De verwijzing naar de mythologische vogel die uit zijn as oprijst
wordt expliciet gemaakt. De acteur die Freddy Quell speelt, heet Joaquin Phoenix.
De acteerprestaties zijn prima, de beelden zijn mooi. Het tempo is traag, de
plot is ondergeschikt aan de sfeer. De film moet het hebben van een duistere
poëzie. Maar het is een lange zit.