© De Standaard |
16 oktober 2015
vrijdag
Eén keer. Eén keer heeft hij zijn vader aan zijn moeder
horen zeggen dat hij haar graag ziet. Jonathan Franzen vermeldt het met
droefenis in zijn pen. Zó erg was het, hoor je hem denken. Wel, Jonathan, het
kan nóg erger. (Jonathan Franzen, De
kunst van het alleen-zijn) ¶ Peter Sagan laat weten
dat de boodschap die hij kort na het behalen van de wereldtitel wielrennen de
wereld instuurde, verkeerd begrepen is. Hij heeft helemaal niets willen zeggen
over de vluchtelingen, maar wel over ‘een globaal probleem’: de mens kan de
veel te snel evoluerende technologie niet bijbenen. Sagan vindt het niet
normaal dat kinderen niet meer buiten spelen en dat ze, als ze dan toch samen
zijn, meer met hun telefoon bezig zijn dan met elkaar. Ik vind dat Peter Sagan
daar een punt heeft, maar realiseer me dat als hij, de snelste en beste fietser
ter wereld, van oordeel is dat het te snel gaat, ja, dat we dan ver van huis
zijn. Dat bedoel ik ironisch natuurlijk. Maar toch. Ik heb veel sympathie voor
deze jongen. Schandalig vet betaald en zo, dat zal wel, maar hij heeft een
frisse uitstraling, en humor. En hij kan fietsen. Bovendien vond ik het moedig
van hem, dat wereldkampioeneninterview. Ook al was het niet meteen duidelijk
wát hij daar precies wilde zeggen, alleen al dát hij iets zei was sympathiek. ¶
Je bent al drieënvijftig, je wordt ouder, je bent totaal onverantwoordelijk, je
luistert naar niemand, je hebt geen vrienden, ‘Je verdient het om in
eenzaamheid te sterven.’ Die tirade aan het adres van antiheld David
Oosterbaan, uit de mond van zijn ex Anneke, hakt er in – ook bij mij. (Robert
Anker, Een soort Engeland) ¶ De film Mystic River, van Clint Eastwood –
verdriet om de man die zegt: ‘Ze hebben mijn jeugd afgepakt.’ (...)