maandag 19 oktober 2015

vierenvijftig 8

© rtbf



12 oktober 2015

maandag

Ik word vandaag vierenvijftig jaar. Ik vier vandaag mijn vierenvijftigste verjaardag. Vieren? ¶ Toeval: gisteren schrijf ik in dit dagboek over geheugenclusters en vandaag lees ik precies dezelfde gedachte, neergeschreven door Jonathan Franzen: ‘(…) een stel permanente zenuwkoppelingen tussen de betreffende gebieden van de hersenen, plus de omstandigheid dat de hele constellatie al snel – chemisch, elektrisch – gaat oplichten zodra één willekeurig deel van het circuit wordt geprikkeld.’ (De kunst van het alleenzijn, een essaybundel met een zeer sprekende titel). ¶ De gedachte, dat je als je naar je innerlijk luistert, alleen maar ruis hoort. (Robert Anker, Een ander Engeland) ¶ Vanaf wanneer kan of moet je zeggen dat een leven mislukt is? Wat zijn de criteria? En: ben je je wel bewust van de aannames die nodig zijn opdat je überhaupt zoiets zou kunnen beweren? Is het leven een project, een procedé, een algoritme, een experiment? In welke mate speelt toeval een verzachtende rol in de beoordeling? Vanaf welke hoeveelheid brute pech kan je niet meer van een mislukking spreken? Hoeveel pech heb je van doen om niet te kúnnen slagen? Vermindert chance (gelukkig toeval) de verdienste, bijvoorbeeld in vergelijking met de verdienste van iemand die in weerwil van veel malchance alsnog een geslaagd leven heeft? Enzovoort. ¶ Ik trakteer, voor mijn verjaardag, mezelf op In stilte. Een filosofie van de afzondering van Jan-Hendrik Bakker, en begin daarin te lezen. In de inleiding, over de mogelijkheid om in arbeid of materieel bezit een zin van het leven te vinden, de volgende wetenswaardigheid, waarover je in alle beloften van onze huidige bewindsvoerders niets hoort: ‘In de Verenigde Staten is in 2013 becijferd dat bijna 50 procent van de huidige banen binnen twee decennia zal verdwijnen als gevolg van deze ontwikkeling’ – en de ontwikkeling waarover Bakker het heeft is de robotisering. Wat moet er met al deze mensen gebeuren qua zingeving, als er tegen dan niet iets anders is dan arbeid of materieel bezit om zin in te vinden? Er komt met andere woorden niet alleen een groot materieel probleem op ons af, maar ook een enorme filosofische en spirituele nood. ¶ Bij het bezoek aan ons land van de Turkse president Erdogan, zelf niet onbesproken als het op het vrijwaren van de vrije meningsuiting aankomt, heeft de entourage van premier Charles Michel journalisten geïntimideerd omdat ze een lastige vraag aan het hoge bezoek hadden voorgelegd. Hieraan wordt nu ruchtbaarheid gegeven door de openbare omroepen. Ik vind dat moedig. Want het enige verschil met een openlijk totalitaire staat is wellicht dat hier die journalist nog niet meteen in de bak vliegt. Of erger. Afgezien daarvan worden de gelijkenissen toch frappant.