Cees Nooteboom, Labyrint
Europa, 330
ǁ
Olympia is,
afgezien van de nog altijd uitdagende erotische aspecten, ook een
whistleriaanse Symfonie in Gebroken Wit (subtiele wisselwerkingen tussen naakte
huid, sprei, beddengoed, bloemen en – het felste wit – het papier waarin de
bloemen zijn verpakt). Op een portret van Zola trekt een helwitte vlek in het
midden de aandacht: die wordt heel toepasselijk gevormd door de bladzijden van
het boek dat de romanschrijver aan het lezen is. Op het tedere portret van Mme
Manet, La Lecture, zien we een witte jurk
tegen het witte overtrek van de bank tegen het grijzere wit van de vitrage.
Julian Barnes, In
ogenschouw, 90