Schoonheid zegeviert
Een argumentenstrijd tussen rede (Verlichting) en gevoel (Romantiek); een late confrontatie met liefde en seksualiteit; de eeuwige tweestrijd van geest en lichaam; intrusies van wereldse figuren (mijnheer Peeperkorn bij Mann, een ultraverlopen Diego Maradonna en een supergave Miss Universe hier); en natuurlijk de locatie: het is duidelijk dat Paolo Sorrentino zich voor zijn meesterlijke film Youth heeft laten inspireren door De toverberg. Dat is absoluut niet erg, het is zelfs geen probleem: het verhaal (de setting, de probleemstelling, de situatie) van Thomas Manns opus magnum uit 1924 is niets minder dan een topos in onze westerse cultuur: een paar oude mannen personifiëren op een afgelegen, liefst hooggelegen plek (vanwaaraf je, zoals ook in de film aan bod komt, inderdaad een mooi uitzicht op de wereld beneden hebt) de centrale dichotomieën van onze cultuur en ronden ondertussen hun leven af. Of ze zoeken er een mooie afronding voor – nuance.
Michael Caine en Harvey Keitel – dat zijn alvast niet van
de minsten. Beiden staan – ook in het wérkelijke leven – dicht bij hun dood en
zijn alleen daarom al bijzonder geloofwaardig gecast. Caine is een
componist-dirigent, auteur van een suite Simple
Songs, die hij niet meer wil uitvoeren uit piëteit voor zijn vrouw, die al
acht jaar met hersenschade in een zwakzinnigengesticht is opgenomen. Zij was de
enige die tot dusver ooit de Simple Songs
uitvoerde. Keitel is een regisseur op de dool. Hij heeft nog één film te draaien
en is vastbesloten om daarvan zijn cinematografisch testament te maken. Het
hoofdpersonage in zijn plot moet sterven, Keitel is wanhopig op zoek naar de
laatste woorden die hij die man in de mond zou willen leggen.
De personages die Caine en Keitel spelen zijn al heel hun
leven met elkaar bevriend. Wat zij ooit zeer belangrijk vonden – of Keitel nu
ja dan neen met een gemeenschappelijke vlam onder de lakens was beland – blijkt
nu, met de dood voor ogen, futiel. Keitel herinnert het zich zelfs niet meer. Het
vermogen om te herinneren is, hoe kan het anders in een film die in weerwil van
zijn titel vooral over de ouderdom gaat, een belangrijk thema. Of anders
gezegd: de verhouding tot het verleden, tot de tijd. Deze film gaat over
terugkijken, stagnatie en, ondanks alles, blijven vooruitkijken. Hij bevat in
dat opzicht een levensles die ik zeker ter harte wens te nemen.
Beide heren zijn oud geworden, hun lichamen zijn verweerd
en contrasteren met de strakke huid van Maradonna’s bolle pens en Miss Universe’s
opgepimpte boobs en billen. Kijken
mag nog wel in de strakke saunasetting, maar aankomen niet: zeker op dat vlak
geldt de wijze constatatie tempus fugit.
Uiteraard spelen Caine en Keitel spelen hun rol met grote
overtuiging. Caine, een knorrige en verbitterde man, een kunstenaar op pensioen
(alsof dàt zou kunnen), heeft de uitstraling van een uitgedroogd oud vrouwtje.
Keitel is duidelijk meer rock’n roll, hij teert tegen beter weten in nog altijd
op vervlogen bevlogenheid. Maar hij blijkt uiteindelijk de meest wanhopige van
de twee.
Een zeer mooie nevenrol wordt gespeeld door een jongedame
die in het kuuroord waarin beide heren hun wereldbeelden en karakters tegen
elkaar uitspelen als masseuse de door zorgen en jaren gelooide huid van Michael
Caine onder handen neemt. Zij heeft een mooie rol omdat Sorrentino er een mooie
evolutie in gestoken heeft. Aanvankelijk zien wij een stug en vooral lelijk
meisje, dat vooral zwijgt. Nu, lelijk is misschien niet het juiste adjectief.
Zij heeft in zich wel iets van een mogelijke
uitstraling, alleen komt die er niet meteen uit. Maar gaande de film komt dit
personage meer tot leven, en uiteindelijk doet zij iets wat wij van haar niet
hadden verwacht – met haar wezenloze blik, haar slungelachtige ledematen, haar
in een beugel gevangen gebit zegt zij, terwijl zij met bedachtzame bewegingen
de olie in Caines getaande huid duwt, heel mooie dingen over het aanraken van
een ander lichaam en hoe belangrijk dat kan zijn. Op dat ogenblik voelt de
toekijker zich betrapt: hij heeft dit wezen, dat opeens toch mooi blijkt te
zijn, onnadenkend in een categorie geparkeerd, zoals hij ook in het werkelijke
leven mensen vaak geen eerlijke kans geeft omdat ze er nu eenmaal niet conform
de heersende esthetische normen uitzien. Sorrentino confronteert ons met ons
vooroordeel.
Op zekere leeftijd, zo blijkt uit de conversaties van Caine
en Keitel, lijkt alles futiel en ijdel, maar er zijn tegenindicaties. Caine
overwint zijn weigering om zijn Simple
Songs uit te voeren: de schoonheid zegeviert. Het lelijke massagemeisje
geeft haar toucherende les over de waarde van de aanraking. Mooi is ook de
troostende intimiteit tussen vader (Caine) en dochter. En zeer straf is de
sequentie waarin Keitel in een Alpenwei een pleiade van geliefde vrouwelijke
filmpersonages uit de filmgeschiedenis ziet acteren. Een hallucinatie
uiteraard, maar hij heeft het toch maar gezien en hij staat er paf van. De
kracht van de illusie, de kracht van film, de kracht van kunst. Ja, levitatie is
wel degelijk mogelijk, zoals ook de in het kuuroord aanwezige Tibetaanse monnik
laat zien: de kracht van het geloof dat, zeker in Davos, bergen kan verzetten.
Acteerprestaties, filmische kwaliteiten, muziekscore...
en niet het minst de geniale dialogen: Youth
is een meesterwerk dat vele malen zou moeten bekeken worden. Ook door u want
ook u vecht net als iedereen tegen de ouderdom en de angst voor ziekte, tegen
het onvermogen om verdriet en frustraties te verwerken en tegen het gevoel dat
alles zinloos is. Zolang er films als Youth
worden gemaakt, is dat laatste zeker niet het geval.