3 januari 2002
‘God heeft een man hersens en een penis gegeven, maar
niet genoeg bloed om die twee tegelijk te laten werken.’ (zanger Robbie
Williams in Humo nr. 3200)
*
W.G. Sebald, De emigrés:
199: ‘…een zich met de dag versmallend pad, dat onverbiddelijk
naar het punt moest leiden waar ik mij nu bevind.’
214 (met betrekking tot mijn relatie met Sebald en zijn
verscheiden op 15 december jl.): ‘…door het symbool van de ganzeveer op de
steen van de op 28 mei 1912 heengegane Friederike Halbleib voelde ik mij
geroerd op een wijze die ik, zoals ik tegen mezelf moest zeggen, beslist nooit
geheel zou doorgronden. Ik stelde mij haar voor als schrijfster, alleen en
ademloos over haar werk gebogen, en nu, terwijl ik dit schrijf, heb ik het
gevoel dat ik haar heb verloren en daar niet overheen kan komen…’
passim: Het is
een regelrechte ramp dat deze man zo vroeg moest sterven en ons slechts – het
binnenkort in Nederlandse vertaling te verschijnen Austerlitz incluis, door een Britse of Amerikaanse criticus een van
de vier beste boeken van 2001 genoemd – vier boeken zal nalaten. Hoe is hij
gestorven? In welke omstandigheden? Ik wil er meer over weten. Schrijft ooit
iemand Sebalds biografie?
*
Ik voltooi mijn lectuur van W.G. Sebald, De emigrés: deze weergaloze schoonheid,
op de rand van het draaglijke, ken ik van nergens anders. Ik voel mij heel
klein als ik Sebald lees want ik zou het nooit zelf kunnen, maar toch ben ik
trots dat mijn gevoeligheid aansluit bij wat deze man heeft gedreven toen hij
dit moois beleefde en schreef (het beleven en het schrijven zijn bij hem
ternauwernood van elkaar te onderscheiden).