dinsdag 1 juli 2014

tour 78


dag 8.1

6 mei 2014


Tijdens het ontbijt in de veranda van deze La petite auberge blijft het akelig stil. De echtgenoot van de hoteluitbaatster – dat zij de plak zwaait, is overduidelijk – heeft tegelijkertijd voor een peuter te zorgen én voor het ontbijt van de gasten. Dat hij dat niet met volle goesting doet, laat hij overduidelijk blijken. Zijn stemming slaat over op de gasten: twee, en met mij erbij drie, allenige mannen en een koppel, dat van de weeromstuit er ook maar het zwijgen toe doet. De koffie is slap. Eigenlijk is het gaarkeukenkoffie, uit zo’n grote gaarkeukenkoffiethermos. Het verkeer op de D93 naar Crest en Valence en de vogels in de cipressen van de aanpalende tuin zijn de enigen die geluid voortbrengen. Of het zou zijn dat het sporadische gemummel van het koppel achter mij dan toch het vermelden waard is. Quod non.

Na 6 kilometer westwaarts en in dalende lijn te hebben gereden, merk ik dat ik mijn fietshandschoenen niet aan heb. Niet dat ik het heel erg zou missen mocht ik ze kwijt zijn, maar ze hebben toch 39 euro gekost. En handig zijn ze wel: je handen krijgen meer rust, en bij een eventuele valpartij schaaf je alvast je handpalmen niet tegen het grove Franse asfaltgrind. Bovendien hebben ze gisteren bij de afdaling toch ook bescherming geboden tegen de kou.

Wat te doen: terugrijden naar het hotel of niet? Maar dat is weer in stijgende lijn, en dan heb ik bovendien 12 kilometer voor niets gefietst. Ik besluit door te rijden. Ik ben daar eigenlijk niet zo trots op want voor 39 euro moeten de meeste mensen meer doen dan 12 kilometer fietsen. Het zegt anderzijds ook wel iets over mijn zin in fietsen vandaag. De benen zijn niet goed, om het in wielerjargon te stellen – ik zal dat vandaag nog een paar keer kunnen vaststellen.

De handschoentjes overigens blijken de volgende dag, zoals dat zo vaak gaat met verloren gewaande voorwerpen, op de verkeerde plaats in mijn bagage te zijn terechtgekomen.