9 mei 2014
dag 11.2
Ik krijg een verontrustende sms
van het thuisfront, met daar achteraan nog een wens voor het weer en de
landschappen en de dorpjes waarvan ik moet genieten. Maar wat moet ik daarmee:
alle Franse dorpen en landschappen en alle fransozen erbij kunnen me gestolen
worden als ik weet, liefste, dat jij het ginds moeilijk hebt.
Ontbijten doe ik op het grote
plein waarop de rue Victor Hugo uitkomt, en mijn grand crème nuttig ik in Café Victoire, naast de bakkerij waar ik
een – matige – croissant heb gekocht. Ik ben de enige klant. De patron houdt
zich bezig met een iPad. Een magere man komt binnen, de vingers van zijn
linkerhand verkrampt binnenwaarts gevouwen. Een zenuwziekte. Hij is nog niet
echt oud, ongeveer even jong als ikzelf, schat ik. Maar in veel minder goede
doen. Hij vraagt de baas of die soms weet of er in de buurt een
elektriciteitswinkel is. De baas laat even zijn internetlectuur voor wat ze is.
Wat heb je precies nodig? Un starter (startère uitgesproken) pour un néon. Daarvoor zal je naar een
elektrozaak buiten de stad moeten gaan. De zieke man zucht ongelukkig. Ah neen,
hoe moet ik ooit aan de Auchan geraken? Ik zie hem met die hand inderdaad geen
auto, brommer of fiets besturen. Openbaar vervoer? Ach, de vooruitgang creëert
achterblijvers. Ook in café Victoire. (Ik vergeet de patron te vragen op wie die
overwinning slaat en hoe hij is behaald.)
Ik ga op zoek naar het Canal du
Midi. Niet moeilijk is dat: ochtendzon in de rug want ik moet westwaarts, en me
laten zakken, naar het water toe. Ik bereik de site Neuf écluses. Een opeenvolging van negen sluizen moet hier een
aanzienlijk niveauverschil overbruggen. Een ding is zeker: als je hier
boottoerist wil zijn, is geduld vereist. En dan is het nog geen hoogseizoen!
Het volgen van het fietspad langs het kanaal blijkt geen goed idee. De piste cyclable is helemaal niet cyclable! Het is een hobbelpadje, over
wortels heen, met door de droogte aangekoekte bandensporen en vol scherpe
stenen: totaal ongeschikt voor fietsen, en zeker voor koers- of trekfietsen. Na
nog geen drie kilometer valt, door het schokken, mijn bagagetas links vooraan
op de grond. Het ophangingsmechanisme heeft het begeven en ik mag al blij zijn
dat ik niet, door er overheen te rijden, ten val ben gekomen. Ik schat de
schade in. Ik kan de tas opnieuw ophangen, maar nu zijn er maar twee
bevestigingspunten meer in plaats van drie. Ik kan verder maar er moet een
herstelling gebeuren. In elk geval moet ik van dit zogenaamde fietspad weg. Ik
besluit om, zo dicht mogelijk tegen het kanaal aansluitend om op die manier
zoveel mogelijk het reliëf te vermijden, kleine wegen te volgen.