woensdag 23 juli 2014

tour 101



9 mei 2014

dag 11.5

Passim in deze streek: de jonge kerels van meestal allochtone afkomst, ruig, cool, kortgeschoren schedels (bovenop de kruin is het haar langer en tot rechtopstaans toe met tonnen gel bewerkt), diamantachtig iets in de oorlel, blitse polshorloge, dure sneakers, al dan niet met blinkers versierde baseballpet, rondrijdend op een lawaaierige brommer of met een eerste auto waaruit de allergemeenste, allerprimitiefste, allervulgairste Amerikaanse of amerikaniserende rapmuziek schalt. Nu ja, schalt is niet het juiste woord. Bonken of beuken zou beter staan. In elk geval niet: klinken. Hoe komt het dat die kerels zich zo ostentatief vervelen, zo de m’enfoutist uithangen, zo agressief macho staan of zitten of hangen te wezen? Waarom krijgen of vinden of zoeken ze geen werk? Waar zijn hun vaders? En dan die onnozele, nuffige Adidas-draagtasjes die ze rond de schouder hebben hangen. Zouden ze zich bewust zijn van de kindervingers die dit statussymbool, want dat is het, hebben vervaardigd in een of ander obscuur en in elk geval illegaal en brandgevaarlijk naaiatelier in het voorgeborchte van een Indiase miljoenenstad?

In Béziers kon ik met mijn laptop via de wifi van het hotel op het internet. Ik heb daar even gebruik van gemaakt om te kijken of er niets dringends was. Had ik dat maar een dag eerder gedaan want er was een bericht van Jean-Noël Gobron, die ik nog nooit in ‘het werkelijke leven’ – let op de aanhalingstekens! – heb ontmoet maar die mij al een tijdje volgt op het net. Er was een paar jaar geleden in galerie Pinsart in Brugge een tentoonstelling met werk van Jean-Noëls vader, een kunstschilder, en van zijn moeder, die collages maakte. Jean-Noël zelf maakt films. Zo heeft hij er een over zijn vader gemaakt, die ik toen in Brugge heb gezien. Maar gesproken hebben wij elkaar toen niet. En nu was er dus dat bericht, dat hij in zijn tweede verblijf in Montpellier zit en mij daar met plezier zou ontvangen, ook voor een overnachting. Maar Jean-Noël, verdorie, ik was gisteren in de buurt van Montpellier! Nu ben ik daar alweer voorbij! Het is jammer dat ik deze ontmoeting heb gemankeerd. En dat is jammer want veel gelegenheden tot gesprek zijn er niet. Ik ontmoet weinig mensen. De aanmoedigings-sms’en die ik van het thuisfront krijg, al dan niet als antwoord op berichtjes die ik zelf verstuurde om een stand van zaken te geven, doen daardoor des te meer plezier.