27 maart 2014
Gisteren zag ik het grootste deel van de speech die Barrack
Obama gaf in de Bozar in Brussel. Mijn gevoelens zijn gemengd. Uiteraard ben
ook ik gevoelig voor het charisma van die man – al moet gezegd dat de
enscenering bepaald indrukwekkend is. Ik zeg niet dat ik het ook zou kunnen met
een Boeing 747, vijf zwarte helikopters, een ‘The Beast’ genaamde limousine,
een entourage van vijfhonderd veiligheidsagenten en – om door de
contrastwerking het eigen effect nog wat aan te dikken – een stotterende koning
en een geheel uit haarverf, esthetische chirurgie en strikje opgetrokken
premier van een, jawel, apenland aan mijn zijde, maar die attributen zouden mij
toch ook al een eind op weg helpen. En als ik dan in een prachtige art-decozaal
met vijftig nationale vlaggen achter mij en voor een tweeduizendkoppig publiek
van uitverkoren en zorgvuldig geselecteerde gelijkgezinden die al aan mijn
lippen hangen nog voor ik een woord heb uitgesproken mijn ding zou kunnen doen
– tja, dan zou ook ik, zónder charisma, al een eind op weg zijn. ’t Is maar dat
een en ander wat Obama daar gezegd heeft moet worden gerelativeerd. Het
Amerikacentrisme van zijn boodschap was ronduit stuitend. De uitgedragen
filosofie van vrijheid en verantwoordelijkheid discutabel. Vrijheid om wat te
doen? Om te ondernemen, uiteindelijk. Om de prosperity
te verhogen. Het afwezig blijven van de thema’s die er werkelijk toe doen,
zoals ecologie en herverdeling, is zonder meer uitermate betreurenswaardig. En
dan heb ik het nog niet over de manifeste leugens die daar werden gedebiteerd,
zoals over de rol die de Verenigde Staten in Irak heeft gespeeld. Al moet de
nuance worden aangebracht dat Obama daar vooral het puin heeft moeten ruimen
dat zijn voorgangers er hebben achtergelaten. Maar dan had hij misschien toch
ook iets over Guantanamo kunnen laten blijken. Een beetje spijt, bijvoorbeeld,
dat die schande nog niet is uitgewist. En al bij al, ik moet het zeggen al
behoor ik niet meer tot het doelpubliek: het is een beetje gemakkelijk een zaal
vol jongeren toe te spreken met een boodschap die min of meer neerkomt op: wij
hebben de basis gelegd, aan jullie om het af te werken. Dat is een beetje al te
gemakkelijk en het stormachtige applaus dat weerklonk nadat de president een
beetje abrupt de stilte liet vallen na de laatste zin van zijn speech en nadat
hij de mensen had bedankt voor hun aandacht, klonk daardoor een beetje obligaat
en had, laat het ons hopen, wellicht meer te maken met het decorum en de –
inderdaad – indrukwekkende manier waarop die man een publiek weet te bespelen
dan met de inhoud van de toespraak, die bovendien bijzonder onduidelijk,
voorzichtig en aarzelend was waar hij over de situatie op de Krim ging en de
houding die dient te worden aangenomen ten aanzien van de Sovjet-Unie. Ik kan
me niet voorstellen dat ze zich vandaag in het Kremlin verontrust voelen door
wat Obama gisteren in Brussel heeft gezegd.