vrijdag 18 juli 2014

wolken 1116-1121



wolkenfragmenten uit Jelle Noorman, Geen tijd voor Proust

1116
Het zou hem opeens opvallen hoe blauw het glas van de piramide was, en net op het moment dat hij die kleur in verband bracht met het blauw van de hemel zou hij tot zijn verrassing opmerken dat er, langzaam, van links naar rechts, een wit wolkje over de panelen gleed, dat uiteindelijk in het niets verdween. (164)

1117
Het schilderij waarvoor hij was gekomen, zou op dezelfde manier tot hem spreken als de wolk die over de glaspanelen gleed of de mensen die over een rimpelloos wateroppervlak schreden. (165)

1118
Alles hield zijn adem in, smachtend naar het verlossende onweer dat al sinds de middag kracht verzamelde om steeds weer de greep op zijn samengepakte inktwolken te verslappen en ze achteloos te laten afdrijven, totdat het zich opnieuw bedacht en ze met dreigend gerommel tot de orde riep. (199)

1119
Het was opgehouden met regenen en de zon brak aarzelend door de grijze wolkenmassa. (373)

1120
Ik was dan ook zeer verrast toen tegen de achtergrond van de wolkenkrabbers van New York in roze letters de titel op het doek verscheen: blijkbaar had mijn weekend een thema. (379)

1121
Elke idee, elke gedachte, elk kunstwerk is niets meer of minder dan een manifestatie van een door de hele mensheid ervaren bewustzijn – een van ontelbare verschijningsvormen, die komen en gaan als de wolken aan de hemel. (391)