8 mei 2014
dag 10.1
Op de uitvalsrotonde van Sommières doe ik alle klussen in
één keer: brood kopen, tomaat, appel en fruit kopen, kaartjes kopen, ontbijten,
kaartjes schrijven en posten, koffie drinken. De kaartjes stuur ik naar Sarah
en naar mijn fietsmaker Jan, die mijn Koga zo goed op orde heeft gezet. Ik geef
hem een compliment, maar heb – mijn kaartje is niet van enig opportunisme
gespeend – ook een vraag: of hij nog mijn gewone stuur heeft want ik zou graag
voor het gewone gebruik het vlinderstuur waarmee ik door Frankrijk fiets toch
weer vervangen door dat gewone stuur.
Ik schrap het ommetje in de Hérault: het is te warm en er
staat te veel tegenwind. Bovendien wil ik vanaf nu zo weinig mogelijk klimmen.
Ik stop voor de picknick in Saint-Paul. Ik stuur sms’jes naar
vriendinnen: Cia, Marijke, Liesbeth. In het café waar ik een koffie drink is er
een foto die ik niet heb gemaakt. Rechts vooraan staat de barvrouw, een mooie
mulattin. Links achteraan, in het kader van een nis, staat de patron in de
keuken te werken. Tussen beide in hangt een tv-scherm, en daarop zien we de
obligate krolse en schaarsgeklede negerinnen van ik weet niet welke hiphopgang
hun schunnige gang gaan – heupbewegingen en masturbatoire gestes incluis.
Patron kijkt met wellust naar het scherm, barvrouw heeft niets in de gaten. En
die drie op de foto, die dus niet gemaakt is.
Buiten op het terras vraagt een klant naar mijn traject. Ik
beschrijf – in grote trekken – mijn route, maar dan wendt hij zich af. Hij
vraagt niet waarom, waarom Frankrijk, waarom met de fiets, waarom alleen en wat
het met me doet.