maandag 14 juli 2014

tour 91



8 mei 2014

dag 10.3

Ik fiets nu parallel met de kustlijn, op zo’n 15 kilometer in vogelvlucht van de Middellandse Zee. Af en toe kijk ik naar links, in de hoop haar te ontwaren, maar er zit iedere keer een laatste heuvelrug tussen mij en het azuur. Zou ik niet moeten een ommetje maken, zodat ik haar echt kan zien? Ach, wat zou ik daarmee gebaat zijn. Ik wil me liever niet in het drukke verkeer op de kustwegen storten. Neen, de Middellandse Zee, dat is voor een andere keer. Net als de bergen van het Centraal Massief, de Alpen of de Pyreneeën voor een andere keer geweest zijn of zullen zijn. (Al zal ik al die gebergten, op het eind van de reis, allemaal in de verte gezien hebben. Zoals ook de Jura en, heel ver in de verte, de Vogezen.)

Ik kom in het dorpje Adesson. Als het me niet te veel tijd kost, rijd ik de dorpjes zo vaak mogelijk binnen. Soms kun je niet anders omdat de weg er dwars doorheen loopt, maar heel vaak is het nieuwe tracé van de hoofdweg zodanig uitgetekend dat je niet in het dorp zou komen als je daar niet speciaal op uit zou zijn. In Adesson is er geen keuze, ik kom als vanzelf uit op het centrale plein, bij de fontein. Daar zitten een paar oudjes op een bank. Drie oude vrouwen, die onderling keuvelen, en achter hen, apart op een andere bank, een oude man, die op zichzelf zit te suffen. (Ik herinner me nu dat ik ergens [Saint-Gély-du-Fesc] een straatnaambord zag met daarop de straatnaam Rue du Temps qui Passe, ik heb er een foto van gemaakt.) Ik buig me voorover naar de waterstraal van de fontein. De vrouwen waarschuwen me: c’est du non potable – maar dat kan ik zelf ook wel lezen op het rode bord waarop de waarschuwing duidelijk met witte letters staat aangegeven. Het is heet, ik gooi met beide handen het giftige water over mijn hoofd. De vrouwtjes gillen. Ik doe alsof ik ze ga nat maken, daar gillen ze nog meer van. Ik maak tersluiks een foto. Ik zeg gedag, krijg een gedag terug, en vervolg mijn weg.


Hier, in Adesson, gaat de tijd ook voorbij, maar dan wel zeer traag.

Van water gesproken. De droge tegenwind en de hitte (tot 28 graden op 8 mei!) maken dorstig. Ik drink 3 tot 4 liter water per dag. Plus de frisdranken die ik hier en daar, maar toch zeer weinig, nuttig.